AMSTERDAM - Het Europese SESAR-project moet de veiligheid in de luchtvaart vergroten en het brandstofverbruik en de uitstoot terugdringen. Vooral de integratie van luchtverkeerssystemen op de grond en technologie aan boord van vliegtuigen biedt mogelijkheden. De Europese vliegtuigbouwer Airbus speelt een voortrekkersrol in het project.
Airbus is de belangrijkste partner in het SESAR-project, dat zich bezighoudt met alle technologische aspecten van luchtverkeersmanagement. Het project, waar 1400 technici met een budget van 1,9 miljard euro aan werken, werd negen maanden geleden opgezet door de Europese Unie in samenwerking met Airbus en andere partijen. De belangrijkste spelers op het gebied van luchtverkeersmanagement kwamen afgelopen week in Amsterdam bijeen om de nieuwste ontwikkelingen de revue te laten passeren.
Volgens directeur Patrick Ky van SESAR is veel technologie die nu nog wordt gebruikt in luchtverkeersleidingscentra en vliegtuigen ernstig verouderd. “Zo communiceren piloten en luchtverkeersleiders nog met radiosystemen uit de jaren vijftig. We bereiken nu een moment dat dit echt niet meer kan. We zitten aan de limiet van de capaciteit.”
Volgens Ky kunnen die verouderde systemen en de groei van het luchtverkeer de veiligheid in het gedrang brengen. Het Europese luchtruim behoort tot de drukste luchtverkeersgebieden ter wereld, met 33.000 vluchten op drukke dagen. Naar verwachting zal het luchtverkeer boven Europa in 2030 zijn verdubbeld.
Met behulp van automatisering, digitalisering en nieuwe procedures denken Airbus en de andere deelnemers in het SESAR-project het brandstofverbruik per vlucht met minstens tien procent terug te dringen. Ook mikken ze op veel minder vertragingen op de luchthavens.
De verkeersveiligheid kan volgens SESAR dankzij de invoering van nieuwe systemen en procedures met een factor tien worden vergroot en de kosten voor luchtvaartmaatschappijen kunnen met de helft worden verlaagd. SESAR wil deze doelstellingen in 2020 hebben gerealiseerd.
SESAR maakt deel uit van het European Single Sky-project, dat in 2004 werd gelanceerd door de EU. Dat project mikt op een volledige openstelling van het Europese luchtruim voor verkeersvliegtuigen.
Grote delen van het luchtruim boven Europa zijn nu nog afgesloten vanwege militaire en nationale redenen. Daardoor moeten vliegtuigen vaak omvliegen, waardoor het brandstofverbruik toeneemt en de vluchten langer duren.
“Dat is een puur politiek probleem, het is een zaak over soevereiniteit en nationale grenzen. Politieke besluitvorming gaat nogal langzaam, maar we boeken grote vooruitgang”, aldus Ky.
Volgens Ky kan binnen vijf jaar een akkoord worden verwacht over flexibel gebruik van het Europese luchtruim. Dat betekent dat delen van het luchtruim opengaan als dat kan en gesloten blijven als de luchtmacht moet oefenen. Deze methode wordt al in sommige landen toegepast.
(c) ANP
Airbus is de belangrijkste partner in het SESAR-project, dat zich bezighoudt met alle technologische aspecten van luchtverkeersmanagement. Het project, waar 1400 technici met een budget van 1,9 miljard euro aan werken, werd negen maanden geleden opgezet door de Europese Unie in samenwerking met Airbus en andere partijen. De belangrijkste spelers op het gebied van luchtverkeersmanagement kwamen afgelopen week in Amsterdam bijeen om de nieuwste ontwikkelingen de revue te laten passeren.
Volgens directeur Patrick Ky van SESAR is veel technologie die nu nog wordt gebruikt in luchtverkeersleidingscentra en vliegtuigen ernstig verouderd. “Zo communiceren piloten en luchtverkeersleiders nog met radiosystemen uit de jaren vijftig. We bereiken nu een moment dat dit echt niet meer kan. We zitten aan de limiet van de capaciteit.”
Volgens Ky kunnen die verouderde systemen en de groei van het luchtverkeer de veiligheid in het gedrang brengen. Het Europese luchtruim behoort tot de drukste luchtverkeersgebieden ter wereld, met 33.000 vluchten op drukke dagen. Naar verwachting zal het luchtverkeer boven Europa in 2030 zijn verdubbeld.
Met behulp van automatisering, digitalisering en nieuwe procedures denken Airbus en de andere deelnemers in het SESAR-project het brandstofverbruik per vlucht met minstens tien procent terug te dringen. Ook mikken ze op veel minder vertragingen op de luchthavens.
De verkeersveiligheid kan volgens SESAR dankzij de invoering van nieuwe systemen en procedures met een factor tien worden vergroot en de kosten voor luchtvaartmaatschappijen kunnen met de helft worden verlaagd. SESAR wil deze doelstellingen in 2020 hebben gerealiseerd.
SESAR maakt deel uit van het European Single Sky-project, dat in 2004 werd gelanceerd door de EU. Dat project mikt op een volledige openstelling van het Europese luchtruim voor verkeersvliegtuigen.
Grote delen van het luchtruim boven Europa zijn nu nog afgesloten vanwege militaire en nationale redenen. Daardoor moeten vliegtuigen vaak omvliegen, waardoor het brandstofverbruik toeneemt en de vluchten langer duren.
“Dat is een puur politiek probleem, het is een zaak over soevereiniteit en nationale grenzen. Politieke besluitvorming gaat nogal langzaam, maar we boeken grote vooruitgang”, aldus Ky.
Volgens Ky kan binnen vijf jaar een akkoord worden verwacht over flexibel gebruik van het Europese luchtruim. Dat betekent dat delen van het luchtruim opengaan als dat kan en gesloten blijven als de luchtmacht moet oefenen. Deze methode wordt al in sommige landen toegepast.
(c) ANP