'Brandstofprijzen dwingen maatschappijen tot krappe tankvulling'

10 september 2005 - 2:00
SCHIPHOL - Vliegtuigen gaan met zo weinig kerosine de lucht in, dat ze grote problemen kunnen krijgen als ze moeten uitwijken, kopt de Nederlandse krant het Algemeen Dagblad zaterdag (10 september). De krant meldt dat Martinair het afgelopen jaar in vier gevallen landde met tanks die leger waren dan wettelijk is toegestaan. Martinair woordvoerder Erik van Doeselaar verklaart tegen over Luchtvaartnieuws / Zakenreisnieuws dat zijn maatschappij zich keurig aan de regels houdt.

De krant maakt verder op uit de mond van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) dat 15 procent van de vliegtuigen van Martinair op de minimaal vereiste laatste landingsbrandstof landt. Het IVW voegt daaraan toe: dat er geen acuut risico voor de veiligheid is, maar dat de organisatie weet wat er in de markt gebeurt en waarmee de markt heeft te kampen, namelijk de torenhoge brandstofprijzen.

Een commericieel vliegtuig moet, ook als er wordt uitgeweken, nog voor 30 minuten brandstof in de tanks hebben als er wordt geland. Is dit niet het geval dan moet dit gerapporteerd worden. Het probleem bij het uitwijken is echter dat er regelmatig meerdere toestellen moeten uitwijken, vanwege slecht weer bijvoorbeeld, en er daardoor weer wachtrijen ontstaan op de uitwijkhaven. Dit kan van invloed zijn op de beschikbare brandstof.

Martinair woordvoerder van Doeselaar: “We weten niet om welke meldingen het gaat. Het zou best kunnen zijn dat we sinds de invoering, een jaar een geleden, een paar keer op 29 minuten in plaats van de wettelijk verplichte 30 minuten hebben geland. Het is een algemene tendens dat maatschappijen anders omgaan met de hoeveelheid brandstof aan boord dan voorheen. Martinair is hier geen uitzondering in. Te veel brandstof meenemen is niet meer te doen. Maar de wettelijke eisen worden vanzelfsprekend gerespecteerd.”


Copyright Reismedia BV 2024 - Cookieinstellingen