De Europese Commissie heeft de samenwerkingsovereenkomst tussen British Airways en SN Brussels Airlines goedgekeurd voor een periode van zes jaar. Passagiers van SNBA krijgen hiermee toegang tot een langeafstandsnetwerk, terwijl BA-passagiers gemakkelijker toegang krijgen tot de Afrikaanse bestemmingen van SNBA.
Op 25 juli 2002 hebben British Airways en SN Brussels Airways bij de EC een aantal samenwerkingsovereenkomsten aangemeld met het verzoek om een vrijstelling op grond van artikel 81, lid 3, van het Verdrag. Dankzij deze overeenkomst zullen BA en SN op hun respectieve netwerken kunnen samenwerken wat betreft prijszetting, vluchtschema’s en capaciteit.
Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de netwerken van de partijen grotendeels complementair zijn en dat de samenwerking op hun netwerken de consumenten voordelen zal opleveren. Met name krijgen de passagiers van SNBA dankzij de overeenkomst toegang tot een langeafstandsnetwerk, terwijl passagiers van BA gemakkelijker toegang krijgen tot de Afrikaanse bestemmingen van SNBA.
De Commissie keek bij haar onderzoek vooral naar de impact van de alliantie op de routes Brussel-Londen en Brussel-Manchester, waar zowel BA als SN actief zijn. Op de route Brussel-Londen zal de alliantie weliswaar een aanzienlijke impact hebben, maar toch zal de concurrentie er niet worden
uitgeschakeld; beide maatschappijen hebben op deze route nog steeds te maken met BMI en de spoorwegverbinding van Eurostar.
De Commissie hield ook rekening met de vijf dagelijkse vluchten die VLM Airlines op weekdagen - vanaf 30 maart 2003 in code-sharing met Virgin Express - aanbiedt tussen Brussel en Londen City. Ook deze vluchten zullen waarschijnlijk een vorm van concurrentiedruk op de partijen zijn.
Uit het onderzoek bleek voorts dat de concurrentiebeperkende effecten van de alliantie vooral op de route Brussel-Manchester te voelen zouden zijn. Om de mededingingsbezwaren weg te nemen die de Commissie had geformuleerd bij haar initiële onderzoek, hebben de maatschappijen toegezegd om op de luchthaven van Zaventem voldoende slots beschikbaar te stellen zodat een nieuwkomer drie dagelijkse vluchten naar
Manchester kan aanbieden.
Op 25 juli 2002 hebben British Airways en SN Brussels Airways bij de EC een aantal samenwerkingsovereenkomsten aangemeld met het verzoek om een vrijstelling op grond van artikel 81, lid 3, van het Verdrag. Dankzij deze overeenkomst zullen BA en SN op hun respectieve netwerken kunnen samenwerken wat betreft prijszetting, vluchtschema’s en capaciteit.
Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de netwerken van de partijen grotendeels complementair zijn en dat de samenwerking op hun netwerken de consumenten voordelen zal opleveren. Met name krijgen de passagiers van SNBA dankzij de overeenkomst toegang tot een langeafstandsnetwerk, terwijl passagiers van BA gemakkelijker toegang krijgen tot de Afrikaanse bestemmingen van SNBA.
De Commissie keek bij haar onderzoek vooral naar de impact van de alliantie op de routes Brussel-Londen en Brussel-Manchester, waar zowel BA als SN actief zijn. Op de route Brussel-Londen zal de alliantie weliswaar een aanzienlijke impact hebben, maar toch zal de concurrentie er niet worden
uitgeschakeld; beide maatschappijen hebben op deze route nog steeds te maken met BMI en de spoorwegverbinding van Eurostar.
De Commissie hield ook rekening met de vijf dagelijkse vluchten die VLM Airlines op weekdagen - vanaf 30 maart 2003 in code-sharing met Virgin Express - aanbiedt tussen Brussel en Londen City. Ook deze vluchten zullen waarschijnlijk een vorm van concurrentiedruk op de partijen zijn.
Uit het onderzoek bleek voorts dat de concurrentiebeperkende effecten van de alliantie vooral op de route Brussel-Manchester te voelen zouden zijn. Om de mededingingsbezwaren weg te nemen die de Commissie had geformuleerd bij haar initiële onderzoek, hebben de maatschappijen toegezegd om op de luchthaven van Zaventem voldoende slots beschikbaar te stellen zodat een nieuwkomer drie dagelijkse vluchten naar
Manchester kan aanbieden.