DRIEBERGEN - Star Alliance, ’s werelds grootste luchtvaartalliantie, bestaat maandag (14 mei) tien jaar. De alliantie ging als eerste multilaterale luchtvaartallantie van start met vijf leden: Air Canada, Lufthansa, SAS, Thai Airways en United Airlines. Inmiddels telt Star Alliance zeventien leden die jaarlijks meer dan 406 miljoen reizigers vervoeren naar 855 bestemmingen in 155 landen.
Star Alliance was de eerste van de drie grote luchtvaartallianties die vandaag de dag bestaan. Twee jaar na de start van de alliantie ontstond oneworld, een samenwerkingsverband van onder meer British Airways en American Airlines. De derde grote alliantie is SkyTeam, waartoe onder andere Air France-KLM, Delta en Northwest behoren. De meeste grote wereldwijd opererende luchtvaartmaatschappijen zijn tegenwoordig bij één van de drie allianties aangesloten.
“We hebben het ongelijk bewezen van veel sceptici, die ons als een marketing-grap zagen en ons hooguit een jaar of twee gaven,” zegt Jaan Albrecht, President van Star Alliance. “Vandaag maakt bijna dertig procent van alle wereldwijde reizigers gebruik van de services van bij onze alliantie aangesloten luchtvaartmaatschappijen of vanuit perspectief van de gehele branche genomen, tweederde van alle wereldwijde reizigers maakt gebruik van een van de drie luchtvaartallianties.”
Alliantievorming biedt luchtvaartmaatschappijen mogelijkheden om kosten te besparen dankzij samenwerking met partners. Voordelen voor reizigers zijn zaken als op elkaar afgestemde vluchtschema’s, code-sharing, wereldwijd toegang tot luchthavenlounges en de mogelijkheid om airmiles te sparen en te verzilveren bij alle ‘frequent flyer’ programma’s van alle bij de alliantie aangesloten maatschappijen.
Nadelen zijn er ook: op bepaalde routes is er geen sprake meer van concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen onderling omdat ze bij dezelfde alliantie zijn aangesloten. Dat kan leiden tot hogere ticketprijzen. Ook kan de samenwerking er volgens critici toe leiden dat het aantal vliegfrequenties tussen bestemmingen wordt teruggebracht.
Star Alliance was de eerste van de drie grote luchtvaartallianties die vandaag de dag bestaan. Twee jaar na de start van de alliantie ontstond oneworld, een samenwerkingsverband van onder meer British Airways en American Airlines. De derde grote alliantie is SkyTeam, waartoe onder andere Air France-KLM, Delta en Northwest behoren. De meeste grote wereldwijd opererende luchtvaartmaatschappijen zijn tegenwoordig bij één van de drie allianties aangesloten.
“We hebben het ongelijk bewezen van veel sceptici, die ons als een marketing-grap zagen en ons hooguit een jaar of twee gaven,” zegt Jaan Albrecht, President van Star Alliance. “Vandaag maakt bijna dertig procent van alle wereldwijde reizigers gebruik van de services van bij onze alliantie aangesloten luchtvaartmaatschappijen of vanuit perspectief van de gehele branche genomen, tweederde van alle wereldwijde reizigers maakt gebruik van een van de drie luchtvaartallianties.”
Alliantievorming biedt luchtvaartmaatschappijen mogelijkheden om kosten te besparen dankzij samenwerking met partners. Voordelen voor reizigers zijn zaken als op elkaar afgestemde vluchtschema’s, code-sharing, wereldwijd toegang tot luchthavenlounges en de mogelijkheid om airmiles te sparen en te verzilveren bij alle ‘frequent flyer’ programma’s van alle bij de alliantie aangesloten maatschappijen.
Nadelen zijn er ook: op bepaalde routes is er geen sprake meer van concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen onderling omdat ze bij dezelfde alliantie zijn aangesloten. Dat kan leiden tot hogere ticketprijzen. Ook kan de samenwerking er volgens critici toe leiden dat het aantal vliegfrequenties tussen bestemmingen wordt teruggebracht.
