PARIJS - De aanstaande verruiming van het Europees-Amerikaanse luchtvaartverdrag heeft voor de onderneming Air France-KLM nauwelijks gevolgen. Tijdens de bekendmaking van de halfjaarcijfers in Parijs noemde vice-voorzitter Leo van Wijk de liberalisering wel een ‘historisch moment’. Van Wijk denkt niet dat Air France en KLM van de verandering profiteren, omdat zowel Frankrijk als Nederland al beschikken over een zogenoemd ‘Open Skies’ verdrag met de VS.

Op 5 december vergaderen de Europese ministers van transport over de plannen. Als die instemmen met de liberalisering, gaat het nieuwe verdrag mogelijk al in oktober 2006 in. Vanaf die tijd mogen luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie met elk willekeurig vliegtuigtype naar een bestemming in de VS vliegen. Dat hoeft niet per definitie plaats te vinden vanaf een luchthaven in eigen land, zoals voor veel maatschappijen nu nog wel het geval is. Bovendien staat het Europese en Amerikaanse maatschappijen vrij om ook een doorgaande vlucht te maken in het andere continent. In dat geval kan bijvoorbeeld Olympic Airlines van Athene via New York naar Chicago vliegen.

Van Wijk sprak in Parijs de hoop uit dat er ook op wereldniveau vrije marktregels komen. Hij stelde bovendien dat concurrent British Airways nadelig getroffen kan worden door de nieuwe regelgeving. De Britse maatschappij is nu samen met Virgin Atlantic, American Airlines en United Airlines beschermd tegen concurrenten op de transatlantische routes van en naar Londen Heathrow. Als die vorm van protectionisme wordt opgegeven, ligt de weg open voor andere maatschappijen om op deze aantrekkelijke routes van start te gaan.