SCHIPHOL - Het merendeel van de meer dan vijftig Europese prijsvechters legt vóór 2010 het loodje. Uiteindelijk zullen niet meer dan drie of vier financieel gezonde low-budgetmaatschappijen overeind blijven. Dat meldt luchtvaartjournalist Arnold Burlage in De Telegraaf, op basis van een wereldwijd onderzoek van de International Federation of Airline Pilot Associations (Ifalpa).

De prijsvechters die overleven zullen met verdere groei een marktaandeel van dertig tot veertig procent gaan opeisen in het verkeer binnen Europa. Nu bedraagt dat aandeel met meer dan honderd miljoen passagiers per jaar al ruim 25 procent. Wereldwijd is dat achttien tot twintig procent, oftewel 325 miljoen van in totaal 1,8 miljard luchtreizigers.

De pilotenvakbonden waarschuwen dat de sterke groei bij de prijsvechters de lonen en werkomstandigheden sterk onder druk zetten om de concurrentie te blijven volhouden. Wereldwijd telt de luchtvaart al meer dan honderd low-budgetvliegers, twintig procent van alle maatschappijen.

Ook de traditionele maatschappijen in Europa krijgen het moeilijk. Het Ifalpa-onderzoek komt volgens De Telegraaf tot de conclusie dat eenderde van alle nationale en secundaire maatschappijen verdwijnt of wordt ingelijfd bij de drie dominerende allianties rond Air France-KLM, Lufthansa en British Airways. Ook chartermaatschappijen zijn ook geen lang leven meer beschoren.