BRUSSEL - Luchtvaartmaatschappijen zijn woedend over een nieuwe verhoging van de Britse Air Passenger Duty (APD) per 1 april. Die wordt - in lijn met de inflatie - met 2,5 procent verhoogd. Op een intercontinentale vlucht komt de toeslag per passagier in economy class daarmee uit op 94 pond (111 euro); in business class en first class bedraagt de belasting zelfs 188 pond (222 euro).
De Association of European Airlines (AEA) veroordeelt de verhoging van de APD scherp. Volgens de brancheorganisatie van Europese netwerkmaatschappijen wordt de APD de hoogste vliegbelasting ter wereld. Volgens critici wordt het voor steeds minder Britten mogelijk om met het vliegtuig op vakantie te gaan, wat de economie schaadt.
“Onafhankelijke studies hebben duidelijk aangetoond dat regeringsbelastingen op vliegverkeer een verstikkend effect hebben dat meer schade toebrengt dan dat het voordelen oplevert”, stelt AEA-topman Athar Husain Khan. Om die reden heeft de Nederlandse overheid eerder al een belasting op vliegtickets afgeschaft.
De APD werd in 1994 ingevoerd en bedroeg toen vijf of tien pond per passagier, afhankelijk van de reisklasse. In de loop der jaren is de belasting steeds verder verhoogd. Voor luchtvaartmaatschappijen is het Verenigd Koninkrijk daardoor uitgegroeid tot het op een na duurste land ter wereld.
Ondanks de APD is ook het passagiersaantal op Britse luchthavens sinds 1994 fors gegroeid. Verwerkten de luchthavens in 1994 nog gezamenlijk 122 miljoen passagiers, in 2012 bedroeg dit aantal tot 220 miljoen.
Van onze redactie