DEN HAAG - Staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat) zet vandaag tegenover luchtvaartjournalist Arnold Burlage in De Financiële Telegraaf de voltallige KLM directie te kijk. Niet de KLM top, maar een onderhandelaar van het kabinet maakt de deal tussen KLM en Air France tot wat nu op tafel ligt.

De overname van de KLM door Air France is op het laatste moment in betere banen geleid door de Nederlandse ambassadeur Frans Engering bij de Europese Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling, OESO.

In het akkoord van de beide maatschappijen bleken op de valreep de garanties voor Schiphol en de sleutelbestemmingen, onze economie en de KLM tekort te schieten. Staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen (Verkeer) heeft dat in een gesprek met de Financiële Telegraaf gezegd.

“Toen het akkoord tussen de KLM en Air France op tafel kwam, zagen we direct dat dit niet zou kunnen”, aldus de staatssecretaris, die nu tevreden is met het bereikte resultaat.

“De indruk dat we ons op het laatste moment pas met de deal zijn gaan bemoeien is niet juist. Natuurlijk had het door de maatschappijen bereikte akkoord onze volledige aandacht. De staat is met een 14% belang in de KLM ook een direct betrokken partij. We konden pas reageren toen een eerste akkoord op tafel lag”, vervolgt zij in de publicatie vanochtend

De staatssecretaris wijst ook de kritiek van de hand dat onvoldoende een afweging is gemaakt tussen een volledige overname van de KLM door Air France, waarvan nu sprake is en een samenwerking, zoals to nu toe door alle andere internationale maatschappijen wordt verkozen.

“Samenwerking of overname was geen keuze. De financiële situatie van de KLM was dermate slecht dat ze uiteindelijk wel op een overname moesten koersen. Het was de enige mogelijkheid om de KLM voor de toekomst veilig te stellen. Maar beide opties, samenwerking of overname, zijn wel degelijk langdurig en serieus afgewogen”, aldus de bewindsvrouw.

Zij herinnert zich van enkele maanden geleden – de slotonderhandelingen speelden begin september: “Toen we de plannen zagen, met name de aandelenruil, dacht ik, dat kan zo niet. De garanties voor de toekomst waren wel erg mager. Ook de afbouw van het Nederlands belang in de KLM en de vermindering staatsbelang bij Air France was onvoldoende verzekerd”.

“Onze ambassadeur bij de OESO, Frans Engering, is daarom gevraagd zich namens ons land met de onderhandelingen te gaan bemoeien. Enerzijds met de KLM en Air France, anderzijds namens het Nederlandse kabinet met de Franse regering”, is een ander citaat van de staatssecretaris in De Telegraaf.

“Het heeft het akkoord tussen KLM en Air France uiteindelijk toegevoegde waarde gegeven”, vervolgt Melanie Schultz. “De garanties voor met name Schiphol en bijvoorbeeld ook wat betreft het voortbestaan van de KLM zijn uiteindelijk pas in die slotonderhandelingen bereikt. Onze onderhandelaar heeft daarin prima werk verricht”, zegt zij.

“Uiteindelijk heeft ook de KLM directie zich waarderend over onze bemoeienis in de slotfase van de onderhandelingen uitgesproken”, stelt de staatssecretaris achteraf tevreden vast.

Als één van de bereikte resultaten noemt zij de vereiste privatisering van Air France om te beginnen naar ongeveer 40%, later verder. “Uiteindelijk is bereikt dat de afbouw van het 14% Nederlands belang in de KLM direct zijn gekoppeld aan een verdere afbouw van het Franse staatsbelang. Het behoud van de netwerk garanties met de sleutelbestemmingen voor Schiphol waren feitelijk voor het kabinet minstens zo belangrijk. De acht jaar garantie voor die rol van Schiphol inclusief het behoud van de naam KLM zijn nu voor langere tijd – 5 jaar red. – verzekerd”, onderstreept de bewindsvrouw in het interview met Arnold Burlage.

De staatssecretaris: “Ik ben ervan overtuigd dat wat de onderhandelingen uiteindelijk voor het overname akkoord hebben opgeleverd voor de KLM de beste garanties biedt voor de toekomst van de KLM, Schiphol en het netwerk waarover we uit ons land kunnen blijven beschikken”.

In problemen, die de nieuwe maatschappij Air France–KLM bij de concurrentieautoriteiten in met name de Verenigde Staten kan gaan ondervinden, heeft de staatssecretaris geen inzicht. “Het fundament voor de nieuwe Europese onderneming met twee vliegmaatschappijen ligt er. Het is nu afwachten hoe de concurrenten, Europa, de VS en de wereld daarop reageren”, besluit zij in De Telegraaf.