NEW YORK - Consumenten zijn niet de dupe geworden van grote fusies in de Amerikaanse luchtvaart. Sinds 2004 zijn de ticketprijzen op binnenlandse routes in de VS elk jaar slechts licht in prijs toegenomen. In die periode smolten acht grote luchtvaartmaatschappijen samen tot vier fusiebedrijven. Reizigers hebben door de fusies ook niet minder keuzen gekregen.

Die conclusies trekt accountantsbedrijf PwC na de ontwikkelingen van vliegtarieven in de VS te hebben onderzocht.

Gemiddeld stegen de prijzen van tickets tussen 2004 en 2011 elk jaar met 1,8 procent. Dramatische prijstoenames als gevolg van fusies bleven uit, zo melden Amerikaanse media op basis van het PwC-onderzoek. Ook veranderde er op de belangrijkste markten maar weinig aan de concurrentiestrijd. Steeds als twee concurrenten met elkaar verder gingen, meldde zich een nieuwe tegenstrever om op een bepaalde route te concurreren. De opkomst van grote prijsvechters speelde daarbij een voorname rol.

Critici van grote fusies hebben steeds gezegd dat de samenvoeging van maatschappijen tot hogere vliegtickets en minder concurrentie leidt. Uit het onderzoek komt naar voren dat dit in de praktijk niet of nauwelijks het geval is, aldus PwC.

In 2005 fuseerden US Airways en America West. Daarna volgden Delta Air Lines en Northwest, United Airlines en Continental en vorig jaar Southwest en AirTran.

Van onze redactie