DEN HAAG – Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid Holland heeft bekend gemaakt dat Rotterdam Airport een ontheffing krijgt voor het gebruik van jachtvogels, geweer en kunstlicht, honden, fretten, kastvallen en vangkooien om schade aan de terrein te voorkomen en om zorg te dragen voor de vliegveiligheid. Daarbij is de voorwaarde gegeven dat deze middelen uitsluitend mogen worden gebruikt indien preventieve maatregelen onvoldoende effectief zijn.

Op 6 september 2002 heeft Rotterdam Airport een aanvraag om ontheffing van de Flora- en Faunawet ingediend, meldt Gedeputeerde Staten. Het gaat om ontheffing voor het opzettelijk verontrusten en bestrijden van alle beschermde diersoorten met gebruikmaking van het geweer, kunstmatige lichtbronnen, honden, jachtvogels, kastvallen, vangkooien en lokvogels. Dit zou, volgens de luchthaven, in het belang zijn van de veiligheid van het luchtverkeer en ter voorkoming van schade door konijnen en vossen op industrieterreinen.

Op 8 oktober 2002 is een ontheffing verleend tot oktober 2003. Tegen deze ontheffing is bezwaar aangetekend door Stichting de Faunabescherming en AKD Prinsen van Wijnen namens Rotterdam Airport. Naar aanleiding van deze bezwaarschriften heeft de Derde Kamer van de bezwarencommissie aangegeven dat zij het belang van de luchtverkeersveiligheid erkent, maar dat zij er niet van overtuigd is dat het luchtveiligheidsbelang vereist dat alle diersoorten met nagenoeg alle middelen moeten worden bestreden.

Tegen de ontheffing kan, volgens GS bij de Rechtbank 's-Gravenhage, sector bestuursrecht, beroep worden ingediend door bezwaarden en een verzoek om een voorlopige voorziening worden gevraagd.