MÜNCHEN - Op de luchthaven van München hoeven niet meer alle koffers uit de vliegtuigen van Lufthansa te worden gehaald als een passagier onverhoopt niet komt opdagen. Met hulp van het nieuwe elektronische bagageverwerkingssysteem Eagle kan direct worden achterhaald welke koffer het laadruim uit moet en hiermee worden veelvoorkomende vertragingen voorkomen.

Al lang voor 11 september 2001 is het de standaardprocedure om alle koffers uit te laden, te zoeken naar die ene koffer en daarna de overgebleven koffers weer in het vrachtruim te plaatsen. De vertraging loopt al snel op tot ongeveer dertig minuten en is niet alleen vervelend voor de passagiers, maar ook nog eens heel duur voor de luchthaven. Voor achtergebleven koffers moeten luchthavens namelijk boetes betalen.

Het bagageverwerkingsbedrijf van de luchthaven München en onder andere systeemontwikkelaar NCP engineering uit Neurenberg hebben lang gezocht naar een manier om de zoektijden te verkorten. Sinds de invoering van Eagle (Electronic Automatic Baggage Loading Equipment) scant het personeel de streepjescodes die al op de bagagelabels staan, voordat een koffer in een container wordt geplaatst. Hierdoor is van alle bagage te achterhalen waar die zich bevindt.

“Met dit systeem is het bovendien mogelijk om onderscheid te maken tussen verschillende bagagestukken. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld ook containers vullen met bagage die prioriteit heeft”, zegt Rudolf Donig, projectleider van Eagle. “Dat maakt het voor de volgende luchthavens ook gemakkelijker om transferbagage tijdig naar de aansluitende vlucht te brengen.”

Inmiddels wordt in München gewerkt met 28 scanners op de transportbanden en de luchthaven hoopt binnenkort 141 scanners te hebben. Sindsdien zijn de lostijden op München Airport aanzienlijk verkort. Inmiddels hebben ook andere luchtvaarthavens belangstelling voor Eagle getoond.