Airbus houdt vast aan haar verwachting om dit jaar 880 tot 890 commerciële vliegtuigen te leveren. Boeing voorspelde eerder nog om daarboven te blijven met 895 tot 905 vliegtuigen, maar heeft die verwachting inmiddels losgelaten. Ze weet nog niet hoeveel het er nu worden.

Het Amerikaanse bedrijf is hard geraakt door het aan de grond houden van de 737 MAX na de crash in Ethiopië. Boeing heeft als gevolg daarvan de productie van dit type moeten verlagen van 52 naar 42 toestellen per maand.

Airbus verhoogt dit jaar juist de productie van de concurrerende A320neo-familie naar 60 toestellen per maand. Ook wil de in Leiden gevestigde fabrikant het productietempo van de A330neo geleidelijk opvoeren.

In de eerste drie maanden van dit jaar had Airbus al een ruime voorsprong op Boeing, met 162 leveringen ten opzichte van 149. Zonder de productieverhoging van de Boeing 787 Dreamliner naar 14 toestellen per maand was het verschil nog groter uitgevallen.

Airbus is in de geschiedenis slechts één keer eerder groter geweest dan Boeing: dat was in de periode van 2003 tot 2011. Alle andere jaren was Boeing groter. In de jaren negentig produceerde Boeing nog twee tot drie keer zoveel vliegtuigen als Airbus.