ALBUQUERQUE - De Europese luchtvaartautoriteit EASA heeft vrijdag (21 november) de Eclipse 500 gecertificeerd voor Europees gebruik. Hierdoor mag de tweemotorige very light jet in 37 Europese landen nationaal geregistreerd worden. Volgens Eclipse-baas Roel Pieper zijn daarmee de laatste obstakels voor een Europese marktintroductie definitief van de baan.

In de EASA-certificatie is bepaald dat Eclipse 500 in Europa niet alleen uitgerust moeten zijn met een Avio NG 1.5 cockpit, maar ook met onder meer een tweetal Mode S transponders.

<img src="http://www.luchtvaartnieuws.nl/pictures/ga/Eclipse1.jpg" alt="De cockpit van de EA500"/>

Gelijktijdig met de EASA-certificatie werd bekendgemaakt dat zowel de Amerikaanse luchtvaartautoriteiten als de EASA van oordeel zijn dat de meest recente versie van de digitale Avio cockpit (NG 1.5) voldoet aan de huidige regelgeving en de meest strenge technische veiligheidseisen. Alle EA 500’s moeten daartoe echter af fabriek zijn uitgerust met een tweetal geavanceerde Garmin GPS 400W units. Voor alle eerder in Europa afgeleverde EA500’s zonder deze units, treft Eclipse voorzieningen om de vliegtuigen te modificeren.

Problemen
Pieper noemt de EASA-certificatie één van Eclipse Aviation’s grootste geleverde prestaties: “We verwachten dan ook veel nieuwe orders uit ondermeer Europa, Rusland en Turkije”. Eerder deze week gaf hij in een gesprek met Luchtvaartnieuws.nl een toelichting op het ‘waarom’ van een aantal recente problemen waaraan in de media veel aandacht is besteed.

“Feitelijk zijn die problemen terug te voeren tot een te snel opgestarte serieproductie en persoonlijke onenigheid tussen voormalig CEO Vern Raburn van Eclipse en een medewerker van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA”, stelt Pieper. “Eclipse Aviation is te snel uit de productiestartblokken vertrokken. Daarbij is onvoldoende nagedacht over optimalisering van de productie. Dat leidde tot te sterk oplopende kosten bij de huidige productie van 25 tot 30 vliegtuigen per maand. Daardoor moesten we wel ingrijpen en zaken anders gaan aanpakken. Het hele productieproces wordt momenteel door een onafhankelijk bureau doorgelicht. Op basis van hun bevindingen gaan we het proces aanpassen. We werken trouwens nu al met een plan van aanpak voor de korte en lange termijn en strepen de onderdelen daaruit systematisch af. Ik ben er echter van overtuigd dat de basis in principe gezond is en we de zaak rond krijgen. Uiteindelijk willen we op de twee productielijnen in Amerika en Rusland uitkomen op een productie van gemiddeld ¾ tot 1 vliegtuig per dag.”

Onenigheid
Eerdere certificatieperikelen rond de FAA hadden niets met de veiligheid van de Eclipse 500 te maken, stelt Pieper. “Die waren terug te voeren op onenigheid tussen Vern Raburn en een van de medewerkers van de FAA. Die medewerker voelde zich door Raburn publiekelijk te kijk gezet en probeerde in reactie daarop het certificatieproces daar waar mogelijk te dwarsbomen. Met alle vertragende gevolgen van dien. Nu we de EASA-certificatie binnen hebben, is de volgende stap het verwerven van de EU-OPS 1. Die is vereist om de EA500 binnen Europa commercieel te mogen inzetten. Een positieve uitkomst hiervan verwacht ik begin 2009, waarmee de weg voor airtaxi-gebruik in Europa eigenlijk volledig open ligt.”

<img src="http://www.luchtvaartnieuws.nl/pictures/ga/Eclipse2.jpg" alt="De tweemotorige very light jet EA500 van Eclipse Aviation"/>

Eclipse Aviation leverde in 2007 (het eerste productiejaar) 98 vliegtuigen af. Tot en met 31 oktober van dit jaar werden in totaal 253 vliegtuigen afgeleverd. Het toestel kost 2,15 miljoen dollar.


<img src="http://www.luchtvaartnieuws.nl/pictures/ga/ln-pieper4.jpg" alt="Roel Pieper, CEO Eclipse Aviation"/>

CEO Roel Pieper van Eclipse Aviation neemt het EASA-certificaat in ontvangst.

Van onze redactie