DALLAS - De Boeing 737-300 van Southwest Airlines die op 1 april een noodlanding maakte met een groot gat in de romp, heeft weer gevlogen. Het toestel werd woensdag overgevlogen van Yuma in Arizona naar Greensboro in North Carolina. Volgens Amerikaanse media maakte het vliegtuig onderweg een korte stop op het vliegveld van Dallas, de thuisbasis van Southwest Airlines.

Op 1 april landde de 737-300 op een militaire basis in Yuma nadat tijdens een vlucht van Phoenix naar Sacramento een gat in de romp was ontstaan. Technici van Southwest en Boeing hebben de 737 in Yuma voldoende gerepareerd om weer te kunnen vliegen. In Greensboro zal het vliegtuig door een gespecialiseerd bedrijf weer worden klaargemaakt voor passagiersvluchten.

Uit gegevens van flighttrackingswebsite FlightAware blijkt dat de 737-300 op weg naar Greensboro een hoogte van 10.000 voet (drie kilometer) heeft aangehouden. Tot die hoogte is het voor de bemanning mogelijk om te kunnen functioneren zonder de aanwezigheid van een drukcabine.

Na het vaststellen van de anderhalve meter grote scheur in de 737-300 van Southwest heeft de prijsvechter alle oudere toestellen in de vloot uitgebreid geïnspecteerd. Ook andere maatschappijen met vergelijkbare vliegtuigen hebben deze moeten controleren.

Van onze redactie

'Vrijwel alle toestellen Southwest weer in de lucht'
Southwest-technici dichten gat in Boeing 737-300
FAA roept op tot inspecties oudere Boeing 737's
Southwest-toestel landt veilig met gat in romp