Vlucht TW800 was op 17 juli 1996 ‘s avonds vertrokken naar Parijs, toen het toestel midden in de lucht ontplofte en in zee stortte. Aan boord waren 212 passagiers en 18 bemanningsleden. Zij kwamen allemaal om het leven.

De crash leidde tot veel speculatie. Zo werd beweerd dat het toestel doelwit was van een bomaanslag, of dat het door raketten was neergehaald.

Megapuzzel
Door zoveel mogelijk wrakstukken te bergen en in een hangaar de Boeing 747 goeddeels te reconstrueren kwamen onderzoekers van de FAA en NTSB erachter dat kortsluiting had geleid tot een ontploffing van de centrale brandstoftank in de vleugel.

Sindsdien werd het noodlottige vliegtuig afgeschermd van het grote publiek bewaard in een grote loods. Het toestel diende als oefenobject om nieuwe onderzoekers te trainen, en ook konden nabestaanden langskomen om hun geliefden, die bij de ramp waren omgekomen, te herdenken.

Volgens Amerikaanse media is nu besloten om het wrak definitief te vernietigen, 25 jaar na de crash. Volgens de NTSB komt er steeds minder bezoek langs, en is de Boeing 747-100 niet meer nodig voor trainingsdoeleinden.

MH17
Ook bij de vliegramp met vlucht MH17, die eveneens op 17 juli - maar dan in 2014 - plaatsvond, maakten onderzoekers gebruik van een 'puzzel': de cockpitsectie van de Boeing 777 van Malaysia Airlines werd voorzichtig in elkaar gezet, om te onderzoeken hoe de Russische BUK-raket tot de explosie van het toestel had geleid.