BEIJING - China en Taiwan hebben een nieuwe stap gezet in de slepende kwestie over rechtstreekse vluchten tussen beide landen. Vandaag (29 januari) voerden vliegtuigen chartervluchten uit over de tussenliggende Straat van Formosa, zonder een tussenstop te maken. Dat was sinds 1949 niet meer gebeurd.

Taiwain besloot in 2003 dat er wel chartervluchten mochten worden uitgevoerd, maar alleen als die onderweg een tussenstop maken in Hong Kong of het buitenland. Vooral Hong Kong en Macau worden sindsdien gebruikt om de verplichte onderbreking in te lasten.

In het kader van het Chinese nieuwjaar onderhandelden de landen over een periode waarin wel nonstop vluchten mogen worden uitgevoerd. Er werd besloten om dat toe te staan van 29 januari tot 20 februari.

Vandaag vertrokken vanuit China aanvankelijk toestellen van Air China en China Southern Airlines richting de Taiwanese hoofdstad Taipei. Het vliegtuig van Air China viel de eer ten deel als eerste voet aan wal te zetten op Taiwanese bodem. Namens Taiwan vloog China Airlines in vier uur tijd van Taipei naar Beijing. Kort na deze vluchten volgden nog enkele operaties.

De verwachting is dat de landen na afloop van het verdrag verder onderhandelen over afspraken die gelden voor langere termijn.