AMSTERDAM - Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) is zondag (18 april) met zijn laboratoriumvliegtuig naar de vulkanische aswolk gevlogen. Doel van de vlucht was het verifiëren van de atmosferische modellen die gebruikt worden om een verwachting van de bewegingen van de aswolk te maken, zo meldt het NLR maandag (19 april).


Uit de vlucht die de Cessna Citation maakte boven de zuidelijke provincies blijkt dat de aswolk visueel goed te zien is. Ook zijn de grenzen van de aswolk goed zichtbaar. Dit is voor vliegers van groot belang wanneer het luchtruim straks weer open gaat, aldus het NLR.

Aanleiding voor de vlucht met de PH-LAB is het verifiëren van de modellen die het KNMI gebruikt voor het berekenen van de bewegingen van vulkanische stofwolken. Deze metingen worden onder meer door de Nederlandse luchtvaartinstanties gebruikt bij de besluitvorming over het afsluiten en weer openstellen van het luchtruim.

Wisselende dikte
Uit de gisteren gemaakte vlucht is volgens het NLR gebleken dat de plaats waar de vulkanische stoflaag zich bevond goed overeenstemde met de modellen. Hiervoor vloog de Citation over de aswolk heen. De aswolk lag gisteren tot op een hoogte van drie kilometer en had een wisselende dikte.

In Europa zijn er nog weinig middelen om vulkanische as met grote precisie te meten en te volgen, stelt het NLR. Er is ook nog geen regelgeving die bepaalt bij welke concentratie asdeeltjes het luchtruim open of dicht gaat. Samen met het KNMI, RIVM, Defensie, IVW en Eurocontrol onderzoekt het NLR hoe zo snel mogelijk sensoren en meetinstrumenten de lucht in te krijgen om de vulkanische as nauwkeurig te volgen.

Van onze redactie