Dragonair, met als thuishaven Hong Kong, daagt concurrent Cathay Pacific voor de rechter. Cathay Pacific, eveneens gestationeerd in Hong Kong, heeft namelijk het recht verworven om op drie belangrijke steden op het Chinese vasteland te mogen vliegen.

De Air Transport Licensing Authority (ATLA), die de vergunningen daarvoor verstrekte, was volgens Dragonair daartoe niet bevoegd.

Vorige maand gaf ATLA het fiat aan Cathay om drie retourvluchten per dag naar Beijing en Shanghai uit te voeren en drie maal in de week een retourvlucht op Xiamen. De vergunningen hebben een geldigheidsduur van vijf jaar.

De uit drie leden bestaande ATLA zijn daarmee voorbij gegaan aan het verzoek van Dragonair geen goedkeuring te verlenen vanwege de desastreuze financiële gevolgen voor het kleinere Dragonair.

Deze laatste maatschappij was overigens de enige die vanuit Hong Kong geregelde passagiersdiensten mocht uitvoeren naar het vasteland.

Dragonair is voor 43,29 procent eigendom van China National Aviation. Cathay Pacific bezit 19 procent van de aandelen.