DUBLIN - Luchtreizigers betalen steeds minder voor hun vluchten. De prijzen van vliegtickets dalen dit jaar met gemiddeld zeven procent. Dat maakte Brian Pearce, chief economist van IATA, donderdag bekend tijdens de luchtvaarttop in Dublin. De lagere tarieven zijn voornamelijk te danken aan de lage olieprijs.
“Bij IATA moeten we de verwachtingen steeds naar boven bijstellen. De groei is al enkele jaren bovengemiddeld, vooral dankzij de lage brandstofprijzen. De voordelen daarvan nemen alleen maar toe, omdat de effecten van hedging (het vooraf inkopen van brandstof tegen een vastgelegde prijs, red.) steeds minder een rol spelen.”
Pearce spreekt over indrukwekkende resultaten, zeker gezien de niet al te beste economische omstandigheden wereldwijd. Voorheen bewogen prestaties van airlines parallel aan de economische ontwikkeling, maar daar is momenteel geen sprake van.
De ontwikkeling van de vrachtsector is zwak, maar passagiersvervoer is booming, ondanks de kleine economische groei. Punt van zorg is dat de groei van het passagiersvervoer voornamelijk plaatsvindt in het economy-segment. Premium travel – business en first class - heeft last van de tegenvallende groei van internationale handel.
De groei van internationale handel is nagenoeg tot een stop gekomen. Het is vooral de luchtvrachtsector die daar last van heeft. Vooral luchtvaartmaatschappijen in Azië/Pacific en Latijns-Amerika zien daarvan de gevolgen, aldus Pearce. In Latijns-Amerika drukt ook de recessie in Brazilië het resultaat.
In China blijft het passagiersvervoer groeien, ondanks de verslechterde economische situatie in dat land.
Voor het tweede achtereenvolgende jaar en voor de tweede keer in de geschiedenis is het rendement uit het geïnvesteerde kapitaal hoger dan de kosten van het kapitaal. “Daarmee beginnen we eindelijk meer op een normale business te lijken”, aldus Pearce.