Dat meldt Van Dissel in een interview met NOS.nl. "Het is belangrijk dat de branche zelf criteria opstelt voor veilig vliegen. Dat zal nooit honderd procent zijn, maar het gaat er om dat de risicovermindering zo groot mogelijk is."

Volgens Van Dissel zijn een aantal situaties bekend waarbij mensen met infectieziektes hebben gereisd, zoals de Mexicaanse griep, gevorderde stadia van ebola en open tuberculose. “Een van de dingen die je daaruit leert is dat als iemand met een besmettelijke ziekte aan boord is geweest zonder dat men het door heeft, dat het contactonderzoek beperkt kan blijven tot de personen die rond die persoon in het vliegtuig hebben gezeten."

De kans dat een heel vliegtuig besmet raakt door een persoon is volgens Van Dissel buitengewoon klein. “Dat heeft zich nog nooit voorgedaan. Terwijl mensen brakend met ebola in toestellen hebben gezeten, bij wijze van spreken. En vaak heeft dat überhaupt geen besmettingen opgeleverd."

Volgens Van Dissel is de situatie in een vliegtuig te vergelijken met reizen in een trein of bus. “Alleen bij vliegtuigen moet men bijvoorbeeld stilstaan hoe de luchtverversing is. Daar zijn studies van. Over het algemeen is de lucht naar beneden gericht, wat gunstig kan zijn omdat de druppels meteen naar de grond gaan."

Van Dissel zegt zich te kunnen voorstellen dat het ingewikkeld is om anderhalve meter afstand in vliegtuigen aan te kunnen houden, "om toch nog tegen redelijke prijzen te kunnen vliegen". “Maar in eerste instantie is het aan vliegtuigmaatschappijen om te laten zien dat de mensen die zij vervoeren op een veilige wijze doen. En dat begint met het feit dat iemand die vliegt thuis blijft als hij zich ziek voelt. Dus ik denk dat we daar zelf ook allemaal een belangrijke verantwoordelijkheid in hebben."