DEN HAAG - Er is geen bewijs dat de verantwoordelijke Oekraïense autoriteiten zich in juli 2014 bewust waren van een bedreiging voor de burgerluchtvaart boven het deel van het luchtruim dat al was gesloten. Dat meldt minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in een kamerbrief naar aanleiding van een onderzoek van de Flight Safety Foundation.
Op basis van de bevindingen ziet het kabinet geen aanleiding om Oekraïne aansprakelijk te stellen voor het niet volledig sluiten van het luchtruim. Volgens Blok is daar op dit moment onvoldoende overtuigend juridisch bewijs voor.
Hetzelfde geldt voor de Russische autoriteiten die verantwoordelijk waren voor de veiligheid van de burgerluchtvaart in het aangrenzende Russische grondgebied. Ook daarvan is door de Flight Safety Foundation vastgesteld dat er onvoldoende feiten zijn vastgesteld die er op duiden dat men zich bewust was van de bedreiging voor civiele luchtvaart.
Blok benadrukt dat dat de bevindingen van het onderzoek niet van invloed zijn op het eerdere standpunt van het kabinet dat Rusland aansprakelijk is voor het neerhalen van vlucht MH17. Er is nog een proces gaande tegen drie Russen en een Oekraïner, die worden verdacht van betrokkenheid.
Zowel de Oekraïense als Russische autoriteiten verleenden hun medewerking aan het onafhankelijke onderzoek, maar dat duurde volgens Blok langer dan voorzien. De Flight Safety Foundation is een onafhankelijke, internationale non-profit organisatie op het gebied van luchtvaartveiligheid.
De Boeing 777 van Malaysia Airlines werd op 17 juli 2014 onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur boven het oosten van Oekraïne per ongeluk neergehaald door een BUK-raket die werd gelanceerd door pro-Russische rebellen. Alle 298 inzittenden kwamen daarbij om het leven.