DEN HAAG - De Nederlandse luchthaven Schiphol mag groeien naar 520.000 vluchten per jaar, als wordt voldaan aan strenge milieu-eisen. Dit is vrijdagmiddag (21 april) tijdens de ministerraad besloten. Het besluit over de groei werd bereikt na een compromis tussen staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat en staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Kernpunt van het compromis is het zorgen dat de beoogde groeiruimte voor Schiphol beschikbaar komt, op voorwaarde van het beperken van de geluidshinder van vliegtuigen in de wijde omgeving van Schiphol. Nu nog vinden op Schiphol jaarlijks 400.000 vliegbewegingen plaats.
Uit de evaluatie van het Schipholbeleid blijkt dat het huidige beleid in het algemeen goed werkt en er kansen zijn voor verbetering, zo vindt de regering. Het kabinet houdt daarom in grote lijnen vast aan dit beleid. In de eerste plaats wil het kabinet de positie van Schiphol als een van de belangrijkste 'hubs' in Noordwest-Europa behouden. In de tweede plaats erkent het kabinet dat het vliegverkeer in de ruime omgeving van Schiphol hinder veroorzaakt en wil die hinder zo veel mogelijk terugdringen, met name in het zogeheten 'buitengebied'.
Het kabinet laat weten daartoe op twee fronten harde afspraken maken met de luchtvaartpartijen te willen maken. Ten eerste om groeiruimte mogelijk te maken, binnen de gelijkwaardigheidseisen. Ten tweede voor het zoveel mogelijk beperken van de hinder, met name in het buitengebied. In het najaar van 2006 zullen de staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en VROM komen met een gezamenlijk besluit over de beide elementen: groeiruimte voor de luchtvaart en een convenant met de luchtvaartsector met harde afspraken over het terugdringen van de hinder.
Voor de hinderbeperking zet het kabinet in op de volgende zaken:
- Verbeteren van vliegroutes en -procedures (hoger en/of stiller vliegen, meer over zee vliegen);
- Vergroten van de voorspelbaarheid van het vliegverkeer (minder afwijken van vliegroutes);
- Terugdringen van grondgeluid;
- Het ontmoedigen van lawaaiige vliegtuigen door prijsbeleid en boetes en het werken aan de bron (stille motoren);
- Het vergroten van de regionale vrijheid voor Schiphol en de regio om verbeteringen door te voeren door experimenten toe te staan en te laten adviseren over vliegroutes en procedures;
- Het meten van vliegtuiggeluid om deze meetgegevens te gebruiken voor een goede informatievoorziening en het verbeteren van geluidsmodellen.
Voor de groeiruimte van de luchtvaart wil het kabinet de volgende zaken regelen:
- Het bevorderen van het vliegverkeer dat nodig is voor het behouden en versterken van - Schiphol als belangrijke internationale luchthaven;
- Het bevorderen van stiller en schoner vliegverkeer: door het beboeten van het meest lawaaiige verkeer wordt dergelijk verkeer ontmoedigd en komt de geluidsruimte ten goede aan beter presterende luchtvaartmaatschappijen;
- Zorgen dat Schiphol daadwerkelijk de ruimte kan gebruiken die ze gekregen heeft binnen de randvoorwaarden aan overlast. Dit gebeurt middels salderen tussen handhavingspunten. Lokaal kan hierdoor meer hinder ontstaan, in totaal zal de sector binnen de maximale hindergrenzen moet blijven.
Met deze maatregelen kan Schiphol zich, volgens het kabinet, de komende tien tot twintig jaar verder ontwikkelen op de huidige locatie. Afhankelijk van de snelheid van de groei van de luchtvaart worden aan het begin of eind van die periode de grenzen van de groei bereikt. Het kabinet vraagt Schiphol om op korte termijn opties uit te werken voor een eventuele uitbreiding van de capaciteit voor de lange termijn. Op basis van die opties zal het kabinet nut en noodzaak van een eventuele uitbreiding op Schiphol of verplaatsing van vliegverkeer naar andere luchthavens beoordelen.
Kernpunt van het compromis is het zorgen dat de beoogde groeiruimte voor Schiphol beschikbaar komt, op voorwaarde van het beperken van de geluidshinder van vliegtuigen in de wijde omgeving van Schiphol. Nu nog vinden op Schiphol jaarlijks 400.000 vliegbewegingen plaats.
Uit de evaluatie van het Schipholbeleid blijkt dat het huidige beleid in het algemeen goed werkt en er kansen zijn voor verbetering, zo vindt de regering. Het kabinet houdt daarom in grote lijnen vast aan dit beleid. In de eerste plaats wil het kabinet de positie van Schiphol als een van de belangrijkste 'hubs' in Noordwest-Europa behouden. In de tweede plaats erkent het kabinet dat het vliegverkeer in de ruime omgeving van Schiphol hinder veroorzaakt en wil die hinder zo veel mogelijk terugdringen, met name in het zogeheten 'buitengebied'.
Het kabinet laat weten daartoe op twee fronten harde afspraken maken met de luchtvaartpartijen te willen maken. Ten eerste om groeiruimte mogelijk te maken, binnen de gelijkwaardigheidseisen. Ten tweede voor het zoveel mogelijk beperken van de hinder, met name in het buitengebied. In het najaar van 2006 zullen de staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en VROM komen met een gezamenlijk besluit over de beide elementen: groeiruimte voor de luchtvaart en een convenant met de luchtvaartsector met harde afspraken over het terugdringen van de hinder.
Voor de hinderbeperking zet het kabinet in op de volgende zaken:
- Verbeteren van vliegroutes en -procedures (hoger en/of stiller vliegen, meer over zee vliegen);
- Vergroten van de voorspelbaarheid van het vliegverkeer (minder afwijken van vliegroutes);
- Terugdringen van grondgeluid;
- Het ontmoedigen van lawaaiige vliegtuigen door prijsbeleid en boetes en het werken aan de bron (stille motoren);
- Het vergroten van de regionale vrijheid voor Schiphol en de regio om verbeteringen door te voeren door experimenten toe te staan en te laten adviseren over vliegroutes en procedures;
- Het meten van vliegtuiggeluid om deze meetgegevens te gebruiken voor een goede informatievoorziening en het verbeteren van geluidsmodellen.
Voor de groeiruimte van de luchtvaart wil het kabinet de volgende zaken regelen:
- Het bevorderen van het vliegverkeer dat nodig is voor het behouden en versterken van - Schiphol als belangrijke internationale luchthaven;
- Het bevorderen van stiller en schoner vliegverkeer: door het beboeten van het meest lawaaiige verkeer wordt dergelijk verkeer ontmoedigd en komt de geluidsruimte ten goede aan beter presterende luchtvaartmaatschappijen;
- Zorgen dat Schiphol daadwerkelijk de ruimte kan gebruiken die ze gekregen heeft binnen de randvoorwaarden aan overlast. Dit gebeurt middels salderen tussen handhavingspunten. Lokaal kan hierdoor meer hinder ontstaan, in totaal zal de sector binnen de maximale hindergrenzen moet blijven.
Met deze maatregelen kan Schiphol zich, volgens het kabinet, de komende tien tot twintig jaar verder ontwikkelen op de huidige locatie. Afhankelijk van de snelheid van de groei van de luchtvaart worden aan het begin of eind van die periode de grenzen van de groei bereikt. Het kabinet vraagt Schiphol om op korte termijn opties uit te werken voor een eventuele uitbreiding van de capaciteit voor de lange termijn. Op basis van die opties zal het kabinet nut en noodzaak van een eventuele uitbreiding op Schiphol of verplaatsing van vliegverkeer naar andere luchthavens beoordelen.