DEN HAAG - Een Transaviapiloot blijft in grote lijnen bij zijn verhaal over de vermeende betrokkenheid van piloot Julio Poch bij de dodenvluchten in Argentinië. Dat bleek woensdag toen hij opnieuw als getuige werd gehoord, dit keer door de Argentijnse justitie en verdediging van Poch. Twee Transavia-piloten en zes andere Nederlandse getuigen werden woensdag opnieuw gehoord onder toezicht van een Nederlandse rechter-commissaris via een videoverbinding met Buenos Aires.
Volgens de Nederlandse raadsman van de 62-jarige Poch, Geert-Jan Knoops, verklaarde de piloot in essentie hetzelfde als in 2011.
Tijdens een etentje op Bali interpreteerden de piloot en een collega woorden van Poch (toen ook piloot bij Transavia) als een bekentenis van zijn betrokkenheid bij de zogeheten vluchten des doods. Daarbij werden tegenstanders van de Argentijnse dictatuur uit vliegtuigen in zee gegooid. De Transavia-piloten waren tijdelijk gedetacheerd doorde maatschappij op het Indonesische eiland.
Valencia
Op basis daarvan startte onderzoeksrechter Sergio Torres een onderzoek. In 2009 werd de piloot in het Spaanse Valencia gearresteerd, vlak voor wat zijn laatste Transavia-vlucht had moeten worden. In 2010 leverde Spanje Poch uit aan zijn geboorteland Argentinië. In de aanklacht wordt Poch medeverantwoordelijk gehouden voor alle misdaden van het legeronderdeel waarvan hij deel zou hebben uitgemaakt. Er zou echter niet aangetoond zijn dat Poch transportvliegtuigen en helikopters, waarmee de doodsvluchten werden uitgevoerd, kon vliegen. Dat laatste heeft de piloot zelf ook in zijn verdediging aangevoerd.
(c) Reismedia / ANP