PARIJS - De beurswaarde van de Europese vliegtuigbouwer Airbus is voor het eerst sinds begin 2020, dus net voor de uitbraak van de coronacrisis, weer gestegen tot meer dan 100 miljard euro. Door de pandemie werd Airbus keihard geraakt, maar door het sterke herstel van de crisis zit de beurskoers al weer langere tijd in de lift.
Dankzij het herstel van vliegreizen is de vraag naar nieuwe toestellen bij Airbus erg groot. Maar ook tijdens de coronacrisis hebben maatschappijen orders geplaatst om hun oudere vliegtuigen te vervangen door nieuwere en schonere types. De winst van het aan de beurs van Parijs genoteerde bedrijf steeg vorig jaar zelfs naar een nieuw recordniveau van 4,2 miljard euro.
Om aan de vraag van met name de A320neo en A321neo te voldoen, breidt Airbus haar productiecapaciteit wereldwijd uit. Vorige week werd nog bekend dat de capaciteit van de fabriek in het Chinese Tianjin wordt verdubbeld om zo in te spelen op de sterke vraag in de belangrijke Chinese markt. Ook in Toulouse en Mobile (Verenigde Staten) komen er tot 2025 nieuwe lijnen bij.
Overigens heeft Airbus nog wel altijd te kampen met tekorten aan onderdelen. Daardoor wordt de productie gehinderd en zag het bedrijf de leveringen in het eerste kwartaal met 9 procent afnemen ten opzichte van een jaar eerder tot 127 toestellen. Ook kampt het bedrijf met personeelstekorten. Airbus is daarom bezig veel extra mensen aan te nemen. De onderneming met haar hoofdkantoor in Toulouse heeft voor dit jaar een doelstelling om 720 vliegtuigen af te leveren bij klanten.
Airbus heeft vanaf eind februari tot eind maart vier keer aandelen teruggekocht als onderdeel van haar lange termijn beloningsstrategie. Het bedrijf houdt volgende week haar jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in Amsterdam.