SCHIPHOL - Het is haalbaar de kleine luchtvaart in Nederland op korte afstanden te elektrificeren. De eerste elektrische vliegtuigen met negen passagiers zouden in 2026 al gecertificeerd en beschikbaar kunnen zijn op de markt voor korte afstandsvluchten, zo blijkt uit een studie in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
In de Luchtvaartnota heeft Nederland ambities voor duurzame luchtvaart geformuleerd, waaronder het doel om in 2050 de commerciële luchtvaart op de korte afstanden volledig elektrisch uit te voeren. Het ministerie vroeg NACO en NLR een routekaart op te stellen voor de implementatie van elektrisch vliegen in het Koninkrijk der Nederlanden.
De studie is de eerste die geïntegreerd aandacht besteedt aan het luchtvaartecosysteem van stakeholders en alle technische, logistieke, energie- en financiële aspecten die een rol spelen bij het inrichten van elektrische luchtvaart. Zo is er gekeken naar de beschikbaarheid van de toestellen en batterijen, de inrichting en logistiek op de luchthavens, laadtechnologie, (duurzame) energievoorzieningen en kosten.
Uitdagingen
De studie laat verschillende uitdagingen zien. Aan de kant van het vliegtuig zijn dat het ontwikkelen van batterijen, het certificeren van nieuwe vliegtuigen en het opschalen van de productie om aan de vraag te kunnen beantwoorden. Op de grond zijn dat het aanpassen van de infrastructuur en wet- en regelgeving, het opzetten van duurzame energiebronnen en het opvangen van de piek in de energievraag tijdens het laden.
Ondanks de uitdagingen staan de onderzoekers achter de conclusie dat het binnen afzienbare tijd mogelijk is dat elektrisch aangedreven vliegtuigen, met een capaciteit tot 19 passagiers op trajecten tot tweehonderd kilometer, structureel de rol van de traditionele luchtvaart overnemen. Dit biedt daarbij extra kansen voor de regionale luchtvaart.
Realistisch scenario
“Het is een realistisch scenario dat haalbaar wordt wanneer de stakeholders actief de samenwerking met elkaar zoeken”, zegt Esther Kromhout, directeur NACO. “We staan nog maar aan het begin; dit is een klein, maar belangrijk stukje in de grotere puzzel van de wereldwijde transitie naar zero-emissie en echt duurzame luchtvaart. Allemaal thema’s waar wij dagelijks mee bezig zijn.”
Met een volledig elektrische Pipistrel Velis Electro heeft NLR al aangetoond dat elektrisch vliegen mogelijk is. “Op dit moment geldt dat alleen nog voor kleine toestellen en op korte afstanden”, vult Martin Nagelsmit, hoofd afdeling Duurzaamheid en Milieu bij Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR), aan.
Voor een volledige verduurzaming van de luchtvaart is er naast elektrisch vliegen nog meer nodig. “Er is niet één heilige graal die de klimaatimpact, veroorzaakt door de huidige generatie vliegtuigen, oplost. Om het hele spectrum adequaat aan te pakken, moeten we inzetten op verschillende oplossingen, zoals ook waterstofaandrijving, duurzame brandstoffen en nóg efficiëntere vliegtuigen en operatie.”
ABC-eilanden
De studie gebruikte de lijndienstregeling tussen Aruba, Bonaire en Curaçao als voorbeeld om de impact van het invoeren van elektrisch vliegen kwantificeerbaar te maken, in termen van infrastructuur, energievraag en kosten. De studie geeft inzicht in zowel de investeringen als de operationele kosten om het commerciële vliegverkeer tussen de drie eilanden in drie fasen om te zetten.
Het idee is om in 2026 klein te beginnen, om vervolgens van het vliegverkeer (ten opzichte van 2019) vijftig procent in 2030 en honderd procent in 2035 volledig elektrisch uit te voeren. De bedoeling is dat met de kennis die met deze studie is opgedaan ook de mogelijkheden op andere plaatsen binnen het Koninkrijk in kaart gebracht kunnen worden.