Eind 2016 was airBaltic de eerste Europese luchtvaartmaatschappij die de A220-300 in dienst nam. Die stond toen nog bekend als de Bombardier CS300. Even daarvoor, in juni van datzelfde jaar, had SWISS de primeur door als eerste in Europa met de kleinere CS100 (nu A220-100) te gaan vliegen. Inmiddels hebben de Zwitsers 30 exemplaren van de A220-100 en -300 in gebruik.

De A220 won de afgelopen jaren aan populariteit, mede doordat Airbus het programma van Bombardier overnam. Zo plaatste Air France een order voor 60 A220-300’s, waarvan het eerste toestel vorige week werd afgeleverd. Als alle leveringen zijn voltooid is de zustermaatschappij van KLM daardoor Europees grootgebruiker van het type. Tenzij airBaltic de huidige 30 opties verzilvert en omzet in een vaste bestelling.

Ook Alitalia-opvolger ITA, dat op 15 oktober de eerste vlucht hoopt uit te voeren, tekende afgelopen week voor de A220. Tussen 2022 en 2025 moeten er tenminste 22 A220’s bij de vloot komen.

Wereldwijd gezien zijn het Noord-Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen die de meeste A220’s in dienst hebben. Air Canada tekende voor 33 (inclusief annuleringen door de coronacrisis), Delta Air Lines heeft er 50, JetBlue bestelde er 70 en nieuwkomer Breeze wil straks met 80 stuks van de in Canada en de VS gebouwde A220 gaan vliegen.

Overigens is de verwachting dat de A220-serie in de toekomst nog meer interesse wekt van luchtvaartmaatschappijen, aangezien Airbus overweegt om met een langere versie te komen, die kan concurreren met de Boeing 737 en Airbus A320.