AMSTELVEEN - Het brandstoftekort waarmee een MD-11 van KLM zondag (1 april) te kampen had tijdens een vlucht van Curaçao naar Schiphol is te wijten aan minder tailwind, tegenwind op het laatste vluchtdeel en een relatief lage vlieghoogte. Dat meldde KLM-woordvoerder Hugo Baas dinsdagmiddag aan Luchtvaartnieuws.nl. Door het brandstoftekort moest vlucht KL736 een ongeplande tankstop maken in Shannon.
Volgens de KLM-woordvoerder was er sprake van overmacht. “De tailwind was minder sterk dan verwacht, op een deel van de vlucht was sprake van tegenwind en tijdens de vlucht moesten de vliegers gedurende lange tijd een lagere vlieghoogte aanhouden. Daardoor verbruikte het toestel fors meer brandstof dan vooraf geraamd.”
Uit voorzorg werd daarom besloten bij te tanken in Ierland. De gezagvoerder heeft volgens Baas de situatie rustig aan de passagiers uitgelegd en zijn excuses aangeboden voor het ongemak. "Van een gevaarlijke situatie is geen moment sprake geweest." Uiteindelijk landde het toestel met tweeënhalf uur vertraging alsnog op Schiphol.
Van onze redactie
Volgens de KLM-woordvoerder was er sprake van overmacht. “De tailwind was minder sterk dan verwacht, op een deel van de vlucht was sprake van tegenwind en tijdens de vlucht moesten de vliegers gedurende lange tijd een lagere vlieghoogte aanhouden. Daardoor verbruikte het toestel fors meer brandstof dan vooraf geraamd.”
Uit voorzorg werd daarom besloten bij te tanken in Ierland. De gezagvoerder heeft volgens Baas de situatie rustig aan de passagiers uitgelegd en zijn excuses aangeboden voor het ongemak. "Van een gevaarlijke situatie is geen moment sprake geweest." Uiteindelijk landde het toestel met tweeënhalf uur vertraging alsnog op Schiphol.
Van onze redactie