Kort nadat het vliegverkeer grotendeels tot stilstand kwam door de coronacrisis werd er voor gekozen om een ‘kern-Schiphol’ bestaande uit de D-, E- en een deel van de F-pier open te houden voor de afhandeling van passagiersvluchten.

Op het dieptepunt zat Schiphol op een luttele vijf- a zesduizend passagiers en nog geen honderd vluchten per dag. “Daarvoor was zelfs kern-Schiphol eigenlijk nog te ruim”, zegt Hoekstra.

Deze maand neemt het aantal vluchten weer toe tot 500 à 650 met 40.000 tot 60.000 reizigers per dag. “Het gaat weer de goede kant op, maar laten we wel wezen: normaal hebben we in deze periode 210.000 reizigers per dag. Op dat soort aantallen rekenen we dit jaar niet meer.”

Sinds 6 juli is de Aalsmeerbaan weer open voor vliegverkeer. “Zo langzamerhand gaan we ook weer delen van de terminal in gebruik nemen. We houden continu alle voorspellingen in de gaten en we zijn in overleg met onze klanten, de luchtvaartmaatschappijen.”

Hoekstra merkt dat luchtvaartmaatschappijen ambitieuze plannen hebben, maar dat de praktijk soms weerbarstig is. “Gaan mensen echt die boeking maken en als ze die boeking hebben gemaakt, komen ze dan daadwerkelijk? Dat is nog een kwestie van zoeken met elkaar.”

Net als eerder met het downsizen naar kern-Schiphol ademt de luchthaven bij het opschalen mee met de markt. “We willen beschikbaar zijn voor elke vluchttype en om die te kunnen accommoderen moeten we met elkaar in gesprek blijven.”

Lees het volledige interview met Miriam Hoekstra-van der Deen over de manier waarop Schiphol weer opschaalt in de juli-editie van Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier voor een voordelig abonnement of bestel een los magazine.