DRIEBERGEN - Van alle grote hubluchthavens in West-Europa biedt Schiphol de kortste overstaptijd. Dat blijkt uit een onderzoek van SEO Economic Research. De minimale tijd die nodig is voor een overstap bedraagt op Schiphol 40 minuten. Voor Frankfurt geldt een minimum connecting time (MCT) van 45 minuten. Londen Heathrow en Parijs Charles de Gaulle presteren met 60 en 90 minuten duidelijk minder goed.

De MCT is volgens SEO van groot belang, omdat passagiers vaak de mogelijkheid hebben om via verschillende hubluchthavens te reizen. De grote luchthavens concurreren dan ook onder andere op de overstaptijd. Als de minimale overstaptijd op een luchthaven kort is, ligt het aantal overstapmogelijkheden veel hoger dan bij een lange MCT (zie grafiek).

Europese luchthavens doen het met hun MCT volgens SEO beter dan hubs in Noord-Amerika en Azië. Binnen Europa zijn het vooral de kleinere hubluchthavens als München (30 minuten), Wenen (30 minuten), Helsinki (30 tot 40 minuten) en Zürich (40 minuten) die lage gemiddelde MCT’s hebben.

De bovenstaande grafiek laat zien wat er gebeurt als de MCT op Schiphol zou oplopen tot 90 minuten. Het aantal overstapmogelijkheden neemt in dat geval drastisch af. In de figuur is uitgegaan van één MCT voor alle type overstapconnecties. In de praktijk zijn die verschillend, omdat het uitmaakt hoe de overstap verloopt. Zo is voor een intra-Europese overstap op Schiphol minimaal 40 minuten nodig, terwijl voor een intercontinentale connectie een MCT van 50 minuten geldt.

Een lange MCT betekent "een substantiële aantasting van de netwerkkwaliteit, wat vermoedelijk tot een lager aantal passagiers leidt", meldt SEO in een toelichting op het onderzoek aan Luchtvaartnieuws.nl.

"Het investeren in lagere MCT’s door luchthavens en luchtvaartmaatschappijen kan dan ook fors bijdragen aan het verbeteren van de netwerkkwaliteit en daarmee aan het winnen van marktaandeel", aldus de onderzoekers.

Van onze redactie

Modeluitleg
Voor de cijfers is gebruik gemaakt van het SEO NetScan connectiviteitsmodel. Netscan telt het aantal connecties van, naar en met een overstap op een betrokken luchthaven. Connecties binnen dezelfde luchtvaartmaatschappij of alliantie beschouwt NetScan als 'geldige' connecties'. Vervolgens meet Netscan voor elke connectie de kwaliteit in termen van overstap- en omvliegtijden. NetScan drukt connectiviteit tenslotte uit in connectiviteitseenheden of CNU’s. Elke directe, non-stop vlucht staat gelijk aan 1 CNU. Realistische indirecte vluchten hebben een waarde die ligt tussen 0 en 1 CNU.