DEN HAAG - Bij de grondafhandeling op Schiphol is meer aandacht nodig voor de kwaliteit en veiligheidsaspecten en er moet wet- en regelgeving voor grondafhandelingsdiensten komen. Dat is de conclusie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, die het kwaliteits- en veiligheidsniveau van de grondafhandeling op de luchthaven Schiphol heeft onderzocht. De grondafhandeling houdt alle activiteiten in die te maken hebben met de vluchtvoorbereiding van een vliegtuig, zoals het aftanken, bagage- en vrachtafhandeling, catering en de loadplanning. Bij dit laatste onderdeel wordt gekeken naar het gewicht en verdeling van de vracht (weight & balance). De Inspectie is op dit punt extra alert, omdat bij fouten in de wijze van berekening de vliegveiligheid in het geding kan zijn. De aanleiding van het onderzoek was een toenemend aantal signalen van onveilige situaties, zoals onjuist parkeren en defect materieel, onvoldoende toezicht, verschillen in eisen voor opleiding en training van personeel. De Inspectie heeft daarom haar platforminspecties op de luchthaven geïntensiveerd. De Inspectie wil niet spreken van onaanvaardbare situaties, maar dringt wel aan op verbeteringen. Internationale eisen IVW wijst er nadrukkelijk op dat de betrokken bedrijven tijdens het onderzoek zijn beoordeeld op basis van hoge internationale eisen die wel aan luchtvaartbedrijven worden gesteld, maar niet aan grondafhandelingsbedrijven. De Inspectie is van mening dat de (Europese) regelgeving in deze sector moet worden verbeterd om de veiligheid op het platform te bevorderen. In samenwerking met de Arbeidsinspectie, die bij het onderzoek betrokken is geweest, wordt het toezicht op en de handhaving van de Arbo-veiligheidswetgeving verbeterd.