AMSTERDAM - In 2010 zijn er wereldwijd 816 mensen omgekomen door vliegtuigongevallen met grote commerciële luchtvaartmaatschappijen. Dat is iets minder dan het jaarlijks gemiddelde, dat op 830 doden ligt, maar fors hoger dan in 2009. Vorig jaar kwamen er 719 mensen om. Dit blijkt uit de voorlopige cijfers over dit jaar die het NLR-Air Transport Safety Institute (NLR-ATSI) dinsdag (28 december) publiceerde.


De organisatie die zich inzet voor de veiligheid van het vliegverkeer stelt dat 2010 wat de vliegveiligheid betreft "een gemiddeld jaar was". Wereldwijd zijn er 152 ongevallen met commerciële vluchten gemeld, waarvan 26 met fatale gevolgen voor de inzittenden. De laatste tien jaar vonden jaarlijks gemiddeld 135 ongevallen plaats waarvan 28 met fatale gevolgen. Van de 26 fatale ongevallen in 2010 vond er slechts één in Europa plaats.

De kans op een fataal ongeval in 2010 was vergelijkbaar met het gemiddelde van de laatste drie jaar. Per 1,5 miljoen vluchten heeft er gemiddeld 1 fataal ongeval plaats.

Het grootste ongeval dit jaar betrof een vliegtuig van Air India Express dat van de baan schoot tijdens de landing op de luchthaven van Mangalore-Bajpe, India. Hierdoor kwamen 158 mensen om het leven.

Een ander groot ongeval was met een Airbus A330-200 van Afriqiyah Airways waarbij 103 mensen omkwamen, voornamelijk uit Nederland. Het vliegtuig kwam tijdens de nadering op de luchthaven van Tripoli voor de baan terecht. Bestuursvoorzitter Sabri Shadi voorspelde eerder dit jaar dat de uitkomst van het onderzoek naar de oorzaak pas in de loop van 2011 wordt verwacht.

NLR-ATSI constateert dat vogelaanvaringen wereldwijd een probleem blijven voor de vliegveiligheid. Naar schatting zijn er wereldwijd meer dan 20.000 vogelaanvaringen geweest in 2010. Een beperkt aantal daarvan heeft tot serieuze problemen geleid. In Nederland kwam het voorval met een Boeing 737 van Royal Air Maroc die na de start op Schiphol een aantal ganzen raakte uitgebreid in het nieuws.




(c) Reismedia / ANP