Het gaat om Erfgoedvereniging Bond Heemschut, de Nationale Federatie Historische Luchtvaart, de Koninklijke Stichting Defensiemusea en Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht.

Heemschut trok begin augustus al aan de bel over de gedwongen verkoop de Catalina aan een buitenlands museum. De organisatie vindt dat “alles op alles gezet moet worden” om dit historische belangrijke vliegtuig in Nederland te houden.

Na die oproep zijn de Koninklijke Stichting Defensiemusea en Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht opgestaan om verantwoordelijkheid te nemen voor het beheer en exploitatie van de Catalina. Daarmee zou het vliegtuig ook in de toekomst in Nederland kunnen blijven vliegen.

Maar de benodigde 1,5 miljoen euro om het vliegtuig aan te kopen is niet nog gevonden, meldt Heemschut. “Op 9 oktober verstrijkt de mogelijkheid om de Catalina voor Nederland te behouden. Het tijdsbestek is te kort gebleken om grote fondsen zoals het Mondriaanfonds aan te spreken, die niet zijn ingericht voor dit soort acute situaties.”

Omdat de Catalina is gewaardeerd met de A-status in Het Nationaal Register Mobiel Erfgoed) vragen de betrokken partijen minister Van Engelshoven om in te grijpen. In een tweede brief verzoeken zij de minister voor deze acute situatie toch het Nationaal Aankoopfonds aan te wenden, waarmee ook Rembrandt‘s Marten en Oopjen zijn aangekocht voor Nederland.