Het klimprofiel dat een vertrekkend vliegtuig vliegt kan invloed hebben op de geluidsbeleving. Er zijn twee klimprofielen: NADP1 en NADP2 (NADP = Noise Abatement Departure Procedure, een startprocedure om de ervaren hinder te beperken). De procedures richten zich op het verminderen van de geluidniveaus, dichtbij de luchthaven (NADP1) of juist wat verder weg (NADP2). Het verschil tussen deze profielen wordt vooral bepaald door het moment waarop de piloot na het opstijgen begint met versnellen. In een deel van de omgeving heeft deze keuze invloed op de hoogte waarop een vliegtuig passeert en de snelheid waarmee het vliegt.

Hoewel het klimprofiel niet de enige bepalende factor is voor de geluidservaring op de grond, vindt de luchthaven het voor omwonende interessant om het verschil te beleven. Júíst omdat ze niet weten welk profiel het vliegtuig vliegt.

NLR
De luchthaven vraagt omwonenden om mee te doen door de vluchten te beoordelen. Daarnaast wordt gekeken naar de data van de gemeten waardes van de bestaande meetpalen langs de vertrekroute. Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) onderzoekt de data uiteindelijk. De resultaten worden met de deelnemers gecommuniceerd en besproken in het Commissie Overleg Vliegveiligheid en Milieu (COVM). Bekeken wordt of de pilot in de toekomst verder kan worden uitgebreid voor startende vliegtuigen naar bijvoorbeeld het noorden.