Het gaat om de routes naar Brussel, Parijs, Londen, Frankfurt, Düsseldorf en Berlijn. Die steden liggen op minder dan 700 kilometer van Schiphol en zijn al bereikbaar per trein, maar toch gaan er nog veel reizigers per vliegtuig heen. Bij elkaar zijn deze bestemmingen goed voor veertien procent van alle vluchten die op de luchthaven landen en vertrekken.

In de Actieagenda Trein en Luchtvaart wordt er voor elk van de zes bestemmingen uitgelegd wat er gedaan moet worden om meer reizigers te verleiden de trein te nemen in plaats van het vliegtuig. Dat is ook in het belang van KLM en Schiphol: zo komt er op de luchthaven meer ruimte vrij voor intercontinentale vluchten. Bovendien laten ze zo zien dat ze bijdragen aan verduurzaming.

Eén van de voorstellen is om de ICE uit Frankfurt en Düsseldorf en de Eurostar uit Londen op Schiphol te laten stoppen, zodat reizigers daar over kunnen stappen op het vliegtuig. Het wordt dan aantrekkelijk om voor die bestemmingen gecombineerde trein- en vliegtickets te verkopen inclusief overstapgarantie (zogeheten AirRail-tickets), zoals al dat langer gebeurt naar Brussel.

Ook moeten de treinfrequenties omhoog, moet bagage ingecheckt kunnen worden op het station en is het belangrijk dat treintickets net zo ver van tevoren geboekt kunnen worden als vliegtickets. Veel van deze maatregelen gaan de betrokken partijen nu verder onderzoeken, om te kijken wat daar precies voor nodig is en wanneer ze ingevoerd kunnen worden.

Voor zaken als frequentie- en snelheidsverhogingen is het vaak ook nodig om in de spoorinfrastructuur te investeren. Het is aan de regering om daartoe te besluiten en er geld voor vrij te maken. Met dit actieplan wordt dat, kort voor de Tweede Kamerverkiezingen en de daarop volgende formatie, weer bij de politiek onder de aandacht gebracht.

Bekijk hieronder een overzicht van alle voorstellen: