Deel van het probleem is het tekort aan chauffeurs voor tankwagens. Circa 20 procent van de Amerikaanse tankwagens staat stil vanwege een tekort aan gekwalificeerde chauffeurs. Dat leidde eerder al tot tekorten bij benzinestations.

Bijkomend probleem is dat airlines en airports geen plekje meer weten te bemachtigen in pijplijnsystemen, nadat er vorig jaar weinig vraag was naar kerosine. Nu wreekt zich dat: de beperkte pijplijnruimte is al vergeven terwijl de vraag naar vliegreizen exponentieel groeit.

“De Federal Energy Regulatory Commission, de pijplijnen en de airlines moeten samenwerken opdat de benodigde kerosine weer beschikbaar komt”, meldt een woordvoerder van Delta Air Lines.

Het probleem is het grootst op westelijke airports bij populaire vakantiebestemmingen zoals in de staten Idaho, Montana, Nevada, Utah en Wyoming. Belangenvereniging Airlines for America (A4A)  meldt dat het aantal vluchten van en naar Montana al 25 procent hoger ligt dan voor de pandemie. Wat ook niet helpt, is dat het met blusvliegtuigen bestrijden van bosbranden in die regio’s een fikse slok kerosine kost.

Het aantal vluchten in de VS is nog altijd iets lager dan voor de pandemie, maar vooral het binnenlandse toerisme trekt snel aan. Daardoor is het op de wat kleinere airports in de westelijke staten drukker dan ooit. De kerosine daar te krijgen vormt ook een probleem. Sommige vliegtuigen nemen daarom ook brandstof mee voor hun terugvluchten, meldt A4A. American Airlines plant inmiddels tankstops in op sommige routes.

Door de gestegen olieprijs gekoppeld aan de stijgende vraag, liggen de ticketprijzen tot 25 procent hoger dan voor de pandemie. De huidige brandstoftekorten zouden daar niets mee te maken hebben.