We waren al op tijd op de luchthaven van Quito op de ochtend dat we naar de Galapagos Eilanden zouden vliegen. Het was ruim anderhalf uur voor vertrek toen we in gingen checken. Dat gaat bij een vlucht naar Galapagos anders dan normaal. Tijdens het checken van de gegevens en het printen van de instapkaarten moet de hele bagage door een scanner aan de andere kant van de vertrekhal.
Niet zozeer als antiterrorismemaatregel, maar om er zeker van te zijn dat mensen geen zaken meenemen die de bijzondere natuur op de eilandengroep kunnen schaden. Daarbij moet worden gedacht aan voedsel of plantenzaden. Als alles oké is krijgt de koffer een label. Pas daarna kun je terug naar de incheckbalie om de paspoorten terug te krijgen en de instapkaarten in ontvangst te nemen.
Na een vlotte en niet erg grondige veiligheidscontrole namen we plaats in een hoekje in de drukke nationale vertrekhal. Op het platform stonden verschillende toestellen, waaronder een Fokker F-28 van Icaro, een Boeing 737-200 van AeroGal en een Boeing 727-200 en Embraer 170 van TAME. Ik kocht voor een paar dollar wat te drinken en we praatten wat in afwachting van de vlucht.
Rond 8.00 uur kwam de oproep dat passagiers voor vlucht 2K30 zich bij de gate moesten melden. Met een bus werden we naar het vliegtuig gebracht, dat helemaal aan de andere kant van de terminal stond opgesteld. Het bleek om de enige Boeing 727-200 in de vloot van AeroGal te gaan. Ondanks de relatieve ouderdom (zo’n 30 jaar) zag het er goed geconserveerd uit. We stapten snel in en zochten onze plaatsen op. De bemanning deelde gratis kranten uit.
Tegen half negen werd de deur gesloten en de flight attendants begonnen met het veiligheidspraatje. De motoren werden echter nog niet gestart en ineens ging de toegangsdeur weer open. Een onderhoudsmedewerker kwam binnen en betrad de cockpit. Dat beloofde niet veel goed, maar misschien viel het mee. Maar al snel meldde de purser dat we vanwege een technisch probleem niet konden starten en dat we het toestel weer moesten verlaten. Helaas.
Even later waren we weer terug in de vertrekhal. Het wachten kon beginnen. Grondpersoneel van AeroGal deelde bekertjes met sap en zakjes chips uit. Veel informatie over wanneer we alsnog konden vertrekken werd niet gegeven. Passagiers die niet verder zouden vliegen dan Guayaquil werden ongeduldig. Veel van hen dreigden hun zakelijke bespreking in deze stad te missen en eisten een andere vlucht. Dat lukte uiteindelijk ook. Voor ons zat er niets anders op dan geduldig af te wachten.
Het bleek te gaan om een hydraulisch probleem in de staart van het vliegtuig. Dat betekende dat er een ander vliegtuig geregeld moest worden, en zo geschiede. Om 11.00 uur kwam plotseling het bericht dat we konden boarden. Op het platform stond een Boeing 737-200 klaar. Hoewel zo’n 25 jaar oud, zag het vliegtuig er van binnen net uit. Uit een reddingsvest met het opschrift ‘Air Malta’ bleek wie de vorige eigenaar van het toestel was.
Tegen half twaalf, zo’n drie uur later dan gepland, stegen we op vanaf Quito. De vlucht naar Guayaquil duurde een halfuurtje. Onderweg hadden we mooi zicht op verschillende besneeuwde vulkaantoppen die boven de wolken uitstaken. De catering bestond uit een klein broodje en koffie, thee of frisdrank.
In Guayaquil aangekomen kregen we te horen dat we in het vliegtuig moesten blijven zitten. Omdat het vliegtuig werd bijgetankt was het gebruik van elektrische apparatuur niet toegestaan. Na een uurtje wachten kwamen nieuwe passagiers aan boord. Er was wat verwarring over de stoelnummers, omdat er nu free seating was. De nieuwe medepassagiers waren daarvan niet op de hoogte.
De tweede etappe van de vlucht duurde anderhalf uur en verliep voorspoedig. Het grootste deel ging over de Stille Oceaan. Onderweg kregen we een lichte maaltijd geserveerd die best goed te doen was. Opvallend was dat vlak voor de landing alle bagagebakken boven de passagiers geopend werden en een stewardess deze langsliep met een spuitbus. Op deze manier wordt volgens AeroGal voorkomen dat eventuele ongewenste verstekelingen – insecten in dit geval – vanuit het Zuid-Amerikaanse vasteland op de Galapagos Eilanden terechtkomen.
Rond twee uur plaatselijke tijd landden we op het vliegveld Seymour op het eilandje Baltra. Het houten terminalgebouwtje stelt bitterweinig voor; de koffers moeten passagiers na het betalen van de entreeprijs van het Nationaal Park (100 dollar voor buitenlanders) zelf zoeken onder een afdak naast de terminal. Dat lijkt onveilig, maar er is weinig criminaliteit en diefstal op de Galapagos. Niet echt optimaal dus dat vliegveld, maar het heeft wel z'n charme.
Het technisch probleem zorgde ervoor dat van onze eerste dag op de Galapagos Eilanden drie uur werd afgesnoept, maar afgezien hiervan was deze AeroGal-vlucht geen slechte ervaring. Cijfer: 7
Niek Vernooij, redacteur Luchtvaartnieuws.nl
Niet zozeer als antiterrorismemaatregel, maar om er zeker van te zijn dat mensen geen zaken meenemen die de bijzondere natuur op de eilandengroep kunnen schaden. Daarbij moet worden gedacht aan voedsel of plantenzaden. Als alles oké is krijgt de koffer een label. Pas daarna kun je terug naar de incheckbalie om de paspoorten terug te krijgen en de instapkaarten in ontvangst te nemen.
Na een vlotte en niet erg grondige veiligheidscontrole namen we plaats in een hoekje in de drukke nationale vertrekhal. Op het platform stonden verschillende toestellen, waaronder een Fokker F-28 van Icaro, een Boeing 737-200 van AeroGal en een Boeing 727-200 en Embraer 170 van TAME. Ik kocht voor een paar dollar wat te drinken en we praatten wat in afwachting van de vlucht.
Rond 8.00 uur kwam de oproep dat passagiers voor vlucht 2K30 zich bij de gate moesten melden. Met een bus werden we naar het vliegtuig gebracht, dat helemaal aan de andere kant van de terminal stond opgesteld. Het bleek om de enige Boeing 727-200 in de vloot van AeroGal te gaan. Ondanks de relatieve ouderdom (zo’n 30 jaar) zag het er goed geconserveerd uit. We stapten snel in en zochten onze plaatsen op. De bemanning deelde gratis kranten uit.
Tegen half negen werd de deur gesloten en de flight attendants begonnen met het veiligheidspraatje. De motoren werden echter nog niet gestart en ineens ging de toegangsdeur weer open. Een onderhoudsmedewerker kwam binnen en betrad de cockpit. Dat beloofde niet veel goed, maar misschien viel het mee. Maar al snel meldde de purser dat we vanwege een technisch probleem niet konden starten en dat we het toestel weer moesten verlaten. Helaas.
Even later waren we weer terug in de vertrekhal. Het wachten kon beginnen. Grondpersoneel van AeroGal deelde bekertjes met sap en zakjes chips uit. Veel informatie over wanneer we alsnog konden vertrekken werd niet gegeven. Passagiers die niet verder zouden vliegen dan Guayaquil werden ongeduldig. Veel van hen dreigden hun zakelijke bespreking in deze stad te missen en eisten een andere vlucht. Dat lukte uiteindelijk ook. Voor ons zat er niets anders op dan geduldig af te wachten.
Het bleek te gaan om een hydraulisch probleem in de staart van het vliegtuig. Dat betekende dat er een ander vliegtuig geregeld moest worden, en zo geschiede. Om 11.00 uur kwam plotseling het bericht dat we konden boarden. Op het platform stond een Boeing 737-200 klaar. Hoewel zo’n 25 jaar oud, zag het vliegtuig er van binnen net uit. Uit een reddingsvest met het opschrift ‘Air Malta’ bleek wie de vorige eigenaar van het toestel was.
Tegen half twaalf, zo’n drie uur later dan gepland, stegen we op vanaf Quito. De vlucht naar Guayaquil duurde een halfuurtje. Onderweg hadden we mooi zicht op verschillende besneeuwde vulkaantoppen die boven de wolken uitstaken. De catering bestond uit een klein broodje en koffie, thee of frisdrank.
In Guayaquil aangekomen kregen we te horen dat we in het vliegtuig moesten blijven zitten. Omdat het vliegtuig werd bijgetankt was het gebruik van elektrische apparatuur niet toegestaan. Na een uurtje wachten kwamen nieuwe passagiers aan boord. Er was wat verwarring over de stoelnummers, omdat er nu free seating was. De nieuwe medepassagiers waren daarvan niet op de hoogte.
De tweede etappe van de vlucht duurde anderhalf uur en verliep voorspoedig. Het grootste deel ging over de Stille Oceaan. Onderweg kregen we een lichte maaltijd geserveerd die best goed te doen was. Opvallend was dat vlak voor de landing alle bagagebakken boven de passagiers geopend werden en een stewardess deze langsliep met een spuitbus. Op deze manier wordt volgens AeroGal voorkomen dat eventuele ongewenste verstekelingen – insecten in dit geval – vanuit het Zuid-Amerikaanse vasteland op de Galapagos Eilanden terechtkomen.
Rond twee uur plaatselijke tijd landden we op het vliegveld Seymour op het eilandje Baltra. Het houten terminalgebouwtje stelt bitterweinig voor; de koffers moeten passagiers na het betalen van de entreeprijs van het Nationaal Park (100 dollar voor buitenlanders) zelf zoeken onder een afdak naast de terminal. Dat lijkt onveilig, maar er is weinig criminaliteit en diefstal op de Galapagos. Niet echt optimaal dus dat vliegveld, maar het heeft wel z'n charme.
Het technisch probleem zorgde ervoor dat van onze eerste dag op de Galapagos Eilanden drie uur werd afgesnoept, maar afgezien hiervan was deze AeroGal-vlucht geen slechte ervaring. Cijfer: 7
Niek Vernooij, redacteur Luchtvaartnieuws.nl