De eerste twee A320’s gaan vanaf eind maart, de start van het zomerseizoen, tot eind oktober vanuit de Letse hoofdstad Riga vliegen. In mei komen er nog twee A320’s bij, waarvan er één in Tallinn in Estland gestationeerd wordt en de andere in Vilnius in Litouwen.

Het gaat om de 9H-AMI, 9H-AMK, 9H-MLY, 9H-MLX, die tussen de twaalf en vijftien jaar oud zijn. Op welke routes ze ingezet worden, en of ze ook naar Schiphol komen, is nog niet bekendgemaakt.

Airbus A220’s hebben Pratt & Whitney 1500G-motoren. Na incidenten waarbij A220’s tijdens de vlucht te maken kregen met defecten aan de motoren besloten onder meer de FAA en de fabrikant dat er extra inspecties moesten komen en dat bepaalde onderdelen vervangen moeten worden.

Mede door de grote aantallen waar het om gaat kost dat veel tijd. AirBaltic heeft elf A220’s aan de grond staan, waarvan sommige al meer dan een half jaar.

Dezelfde problemen spelen bij KLM Cityhopper. Bijna de helft van de Embraer E2-vloot is niet inzetbaar, waardoor de Nederlandse maatschappij toestellen bij German Airways moet inhuren. De E195-E2 wordt aangedreven door PW1900G-motoren, die bijna identiek zijn aan die van de A220.

AirBaltic-CEO Martin Gauss zegt: “De vraag naar vliegreizen neemt toe. Tegelijkertijd blijft de industrie als geheel geconfronteerd met problemen in de toeleveringsketen van technische onderdelen, wat betekent dat we extra capaciteit nodig hebben om alle passagiers te vervoeren en annuleringen van vluchten te voorkomen. Daarom gaat AirBaltic deze zomer samenwerken met Avion Express.”

De Letse luchtvaartmaatschappij moest afgelopen zomer ook al wetleasetoestellen inhuren en verwacht dat de problemen pas in 2024 zijn opgelost. AirBaltic is kwetsbaarder dan andere maatschappijen doordat de hele vloot slechts uit één type bestaat: de A220.