GENEVE - Het internationale passagiersvervoer is in de eerste helft van 2007 gestaag gegroeid. In de periode januari-juni was sprake van een toename van 6,3 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2006, zo heeft de IATA maandag (30 juli) bekendgemaakt. De gemiddelde passagiersbezettingsgraad bereikt met 75,7 procent een recordhoogte.

Het internationale vrachtvervoer groeide ten opzichte van vorig jaar met 2,7 procent. Dat was een kleinere groei dan IATA verwachtte. Toch signaleert de luchtvaartorganisatie een verbetering van de internationale marktvraag naar vrachtcapaciteit. In juni was sprake van een groei van 4,9 procent, terwijl in mei een toename van vijf procent werd gerealiseerd.

Volgens Giovanni Bisignani, directeur-generaal van de IATA, ligt de bezettingsgraad hoog dankzij de sterke focus op efficiency van luchtvaartmaatschappijen, in combinatie met een voorzichtig capaciteitsmanagement. Maar met het oog op het enorme aantal van 1.800 nieuwe vliegtuigen (ongeveer tien procent van het huidige totaalaantal) dat de komende achttien maanden wordt afgeleverd voorziet IATA een flinke uitdaging voor carriers.

Van deze 1.800 vliegtuigen wordt 35 procent in gebruikgenomen door luchtvaartmaatschappijen in de ‘booming’ Azië-Pacific regio. Europese carriers nemen met 26 procent ook een fors deel van deze toestellen in gebruik. Noord-Amerikaanse maatschappijen volgen met een kwart van het totaal. De nieuwe vliegtuigen zorgen wel voor een brandstofbesparing.

Het Europese passagiersvervoer groeide in de eerste helft van dit jaar met 4,9 procent. Daarbij bleef het continent achter bij Noord-Amerika (+5,2 procent), Azië-Pacific (+6 procent), Afrika (+9,9 procent) en koploper Midden-Oosten (+17,8 procent). In Latijns-Amerika tenslotte groeide het passagiersvervoer met 0,7 procent.

Van onze redactie