MADRID - Iberia viert deze week dat het exact 75 jaar geleden van start ging met vluchten naar Latijns-Amerika. Op 22 september 1946 vertrok een Douglas DC-4 vanuit Madrid naar Buenos Aires, met tussenstops in het tegenwoordige Westelijke Sahara, Natal en Montevideo. Destijds was dat een reis van 36 uur.
Latijns-Amerika vormt 75 jaar later de belangrijkste intercontinentale markt voor Iberia. Thuisbasis Madrid heeft zich ontwikkeld tot de belangrijkste springplank voor reizigers tussen Europa en de met name Spaanstalige landen in Centraal- en Zuid-Amerika.
Door de jaren heen werden de vliegtuigen sneller, groter en gerieflijker. De DC-4 werd vanaf 1957 afgelost door de Lockheed Super Constellation, in de jaren zestig gevolgd door de DC-8. In de jaren zeventig zorgden de DC-10 en de Boeing 747 voor een grote stap voorwaarts.
In de jaren negentig stapte Iberia over naar Airbus, en deed de recent uitgefaseerde viermotorige Airbus A340 haar intrede. Tegenwoordig zet Iberia uitsluitend nog tweemotorige Airbus A330’s en A350’s in op haar routes naar Latijns-Amerika.