AMSTERDAM - Omwonenden van Schiphol gaan deelnemen aan het hoger beroep in een rechtszaak over de krimp van de luchthaven. In die zaak eisen luchtvaartmaatschappij KLM en de internationale luchtvaartbranchevereniging IATA dat de door de Staat voorgenomen krimp, van 500.000 naar 460.000 vluchten per jaar, van tafel gaat.
De omwonenden, verenigd in de stichting Recht op Bescherming tegen Vliegtuighinder (RBV), waren ook al een belanghebbende partij tijdens het eerdere kort geding. In die eerste aanleg oordeelde de rechter dat de Staat voor het krimpbesluit niet de juiste procedures had doorlopen. Minister Mark Harbers (Infrastructuur) maakte een week later bekend in hoger beroep te gaan tegen die uitspraak, die volgens hem "niet in het belang is van de omwonenden van Schiphol".
Toen wist de RBV nog niet of de stichting opnieuw partij kon zijn in de zaak, vanwege de oplopende juridische kosten. Naast het kort geding loopt er namelijk ook een bodemprocedure die de stichting heeft aangespannen tegen de Staat. De behandeling van de procedure, waarin omwonenden eisen dat de overheid rond Schiphol handhaaft volgens de geluidsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie, staat gepland op 4 juli.
Het hoger beroep waarin de Staat en de RBV samen optrekken tegen KLM en IATA dient op 21 juni.