DEN HAAG - De oud-collega's die belastend hebben verklaard over voormalig Transaviapiloot Julio Poch, hebben hiervoor geen zuivere motieven gehad. Onder meer jaloezie over de snelle carrière die Argentijn Poch bij Transavia had gemaakt, zou een rol hebben gespeeld.
Dit verklaarden twee voormalige piloten van Transavia woensdag in het proces tegen Poch (62), die in eigen land wordt verdacht van betrokkenheid bij zogeheten dodenvluchten in Argentinië. Poch staat terecht voor een federale rechtbank in Buenos Aires, de Nederlandse getuigen worden via een videoverbinding met de rechtbank in Den Haag gehoord.
De verklaringen van de piloten Edwin Brouwer en Tim Weert zijn cruciaal in de zaak. Het tweetal zegt dat Poch in 2003 tijdens een etentje op Bali over zijn betrokkenheid bij de dodenvluchten heeft verteld. In 2009 werd Poch gearresteerd, sindsdien zit hij vast. Volgens de Argentijnse justitie heeft hij meegewerkt aan de verdwijning van circa 5000 Argentijnen, die boven open zee uit vliegtuigen werden gegooid, tijdens het militaire regime in de jaren 1976-1983. Poch weerspreekt de beschuldigingen.
Herhaald
Tim Weert heeft zijn verklaring tegen Poch onlangs herhaald. Hij blijft bij zijn belastende beweringen. Brouwer komt later aan bod, naar verwachting in de tweede helft van september.
Getuige Hendrikus Potze, gepensioneerd piloot, noemde Brouwer woensdag ,"onvoorspelbaar en onbetrouwbaar". Hij zou hebben bezworen dat hij zijn getuigenis zou verscheuren als er niet meer bewijs tegen Poch op tafel zou komen dan zijn verklaring en die van Weert. Ook zou Brouwer Potze hebben laten weten dat hij zwaar gebukt ging onder de zaak en niet meer naar buiten durfde. "Twee dagen later bleek hij gewoon aan het werk", aldus Potze.
Piloot Dirk Evers, die geruime tijd samen met Poch in de cockpit werkte, betwijfelde of Poch een transportvliegtuig (zoals die bij de dodenvluchten werden gebruikt) zou hebben kunnen besturen. Hij was daar niet voor opgeleid.
Tim Weert voelde zich door Poch gepasseerd, verklaarde Evers. Weert zou ooit hebben gezegd: "Ik krijg Julio nog wel."
(c) ANP