SAN FRANCISCO - Virgin America, de Amerikaanse prijsvechter van de Virgin Group van Sir Richard Branson, mag eindelijk vluchten starten. Na anderhalf jaar te zijn tegengewerkt door de Amerikaanse overheid heeft het ministerie van Transport een voorwaardelijke vergunning afgegeven.

Virgin America moet alleen nog wachten op de benodigde papieren waaruit de veiligheid van de maatschappij blijkt. In maart 2007 kwam er ook al een voorlopige vergunning, maar toen moesten nog diverse eisen worden ingewilligd.

Virgin America verwacht de benodigde papieren snel te krijgen en wil nog deze zomer van start gaan met vluchten tussen San Francisco en New York. Daarvoor beschikt de maatschappij over een vloot van Airbus A319’s en A320’s.

De opstartfase van de prijsvechter was tumultueus. Bestaande Amerikaanse maatschappijen voelden zich bedreigd door de nieuwe concurrent en protesteerden bij de Amerikaanse overheid. Die stelde dat Virgin America niet voldeed aan de eisen rondom eigendom. Volgens Amerikaanse wetten mag een binnenlandse maatschappij slechts voor 25 procent in handen zijn van een buitenlandse investeerder.

Nu alle eisen van de Amerikaanse overheid zijn ingewilligd ziet Virgin America geen obstakels meer om Amerikaanse maatschappijen als JetBlue Airways het vuur aan de schenen te leggen.