"Ik vind dat een zeer ernstig verwijt, want ik vind een open werksfeer uiterst belangrijk", zei Madlener in het debat over de begroting van zijn ministerie. "Mensen die mij kennen, weten dat. En natuurlijk heb ik dat ook met mijn ambtenaren besproken. Zij hebben zich in een open gesprek verzekerd dat zij zich niet onder druk gezet voelen. Daarmee zeg ik niet dat er geen spanningen zijn op dit dossier. Die zijn er altijd, en dat heb ik ook wel gemerkt." Maar van "ongeoorloofde druk" was volgens de minister geen sprake.

Olger van Dijk (NSC) wilde daarop weten of de "uitgangspunten" van de sector in de berekeningen over geluidsoverlast zijn overgenomen. Daar kon Madlener niet direct een antwoord op geven, maar hij zei wel: "Er zijn aanpassingen geweest." In antwoorden op vragen die de Kamer eerder heeft gesteld, schreef de minister dat hij zijn ambtenaren heeft gevraagd "met de sector in gesprek te gaan en uit te zoeken hoe het komt dat de sector andere uitkomsten van berekeningen had".

In eerdere plannen was er eerst een maximum van 440.000 en later 460.000 tot 470.000 vluchten per jaar. Op basis van "nieuwe, meer gedetailleerde informatie" uit de sector heeft Madlener dat aangepast naar 475.000 tot 485.000 vluchten, schreef hij eerder aan de Kamer. De definitieve berekeningen hoopt hij volgende week te ontvangen.