GENEVE - IATA, de wereldwijde brancheorganisatie van luchtvaartmaatschappijen, heeft met afschuw gereageerd op de bomaanslagen op de luchthaven van Istanbul. "Opnieuw zijn onschuldige reizigers aangevallen bij een laffe en moorddadige daad", zegt IATA-topman Tony Tyler.
Istanbul geldt al eeuwenlang als een belangrijk transportknooppunt tussen Oost en West. “De aanslag van gisteravond was een brede aanval op onze gemeenschappelijke mensheid. Maar terrorisme zal er nooit in slagen om de onderlinge verbondenheid in de wereld aan te tasten”, aldus Tyler.
Volgens de vertrekkende IATA-topman zal het verlangen van de menselijke geest om te verkennen en te handelen altijd zegevieren van wantrouwen en angst. “Het feit dat Istanbul Airport vandaag weer operationeel is een bewijs van veerkracht en dorzettingsvermogen van het Turkse volk en de luchtvaartsector.”
Tyler gaat in zijn verklaring niet voorbij aan de toenemende zorgen over de veiligheid van passagiers, nu na de aanslagen op Brussels Airport op 22 maart opnieuw veel doden zijn gevallen bij een aanslag op een luchthaven. Volgens Tyler is er voor overheden een groeiende uitdaging om de veiligheid van het reizende publiek op het ‘landside’ gedeelte van luchthavens in stand te houden.
Sneller 'airside'
Een manier om het risico te verkleinen is volgens Tyler om mensen sneller ‘airside’ - dus achter de veiligheidscontroles - te brengen. Er zijn volgens de IATA-topman diverse initiatieven aan de gang om dat doel te bereiken. In samenwerking met overheden moeten deze nu worden geïmplementeerd.
De dodelijke bomexplosies op de luchthaven van Istanbul konden plaatsvinden ondanks dat passagiers en bagage al bij het betreden van de terminal worden gecontroleerd.