MOSKOU - Vlucht MH17 is in 2014 in Oekraïne neergehaald door een raket die volgens het Russische ministerie van Defensie aan Oekraïne was geleverd. Moskou meldde maandag dat de raket na de levering nooit meer in Rusland is geweest.
De bekendmaking strookt niet met eerder internationaal onderzoek. Dat gaat ervan uit dat een uit Rusland aangevoerde raket door pro-Russische separatisten is gebruikt.
Volgens de Russische generaal Nikolaj Parsjin echter is de raket in 1986 in een fabriek ten noorden van Moskou gemaakt en naar Oekraïne vervoerd. Het projectiel was in 2014 in handen van een Oekraïense legereenheid, de 223e luchtverdedigingseenheid. Die was betrokken bij de strijd tegen opstandelingen in het oosten van Oekraïne.
Westerse onderzoekers zijn welkom om de documentatie in te zien die over de productie en het transport van de raket zijn gevonden, melden Russische media. De nieuwe gegevens zijn al naar Nederland gestuurd.
Het Joint Investigation Team (JIT), dat de ramp met vlucht MH17 onderzoekt, stelt de informatie van Rusland zorgvuldig te analyseren en mee te wegen. Het JIT tekent daarbij wel aan dat het Russische ministerie van Defensie al eerder informatie heeft gepresenteerd die feitelijk onjuist was.
Het onderzoeksteam blijft uitgaan van de bevindingen die in mei zijn gepresenteerd, dat het vliegtuig is neergehaald met een BUK-raket die is afgevuurd door de 53e luchtafweerraketbrigade uit Koersk, een onderdeel van het Russische leger. Dat gebeurde vanaf een veld in een gebied dat op dat moment in handen was van pro-Russische seperatisten.
Er kwamen 298 mensen om het leven, onder wie 196 Nederlanders. Het toestel was onderweg van Nederland naar Maleisië.