LONDEN - De olieprijs is vrijdagmiddag (20 juni) met meer dan twee dollar per vat gestegen, nadat de prijs de voorgaande dag nog met bijna vijf dollar was gedaald. De prijsval van donderdag volgde op de onverwachte bekendmaking dat de Chinese overheid de brandstofprijzen met 18 procent gaat verhogen. De olieprijs steeg vrijdag echter weer omdat twijfels bestaan over het nut van de prijsverhoging in China.

Veel oliehandelaren denken dat de hogere prijzen de vraag naar benzine en diesel in China zullen temperen. Maar er zijn ook handelaren die juist denken dat de duurdere brandstofprijzen een stimulans zullen zijn voor oliemaatschappijen om meer brandstof te produceren. Dat vergroot weer de vraag naar olie in China.

Eerder deze week bereikte de olieprijs nog een recordniveau van bijna 140 dollar per vat. Daarmee is de olieprijs sinds begin dit jaar al met 40 procent gestegen en meer dan verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder. Vrijdagmiddag lag de prijs op ruim 134 dollar per vat.

De olieprijs loopt op door zorgen over tekorten en de sterke vraag vanuit opkomende landen als China en India. Ook de zwakke dollar stuwt de olieprijs. Aanstaande zondag wordt in het Saudische Jeddah een topontmoeting van olieproducerende landen, oliemaatschappijen en politici gehouden om over de hoge prijzen te praten.

Door de gestegen olieprijzen verkeren veel luchtvaartmaatschappijen in financieel zwaar weer. Ook sneuvelden al enkele maatschappijen omdat de kerosinerekening te zwaar op het budget drukte.

(c) Reismedia / ANP