LELYSTAD - Het Platform Nederlandse Luchtvaart (PNL) bestrijdt de uitspraak van Mr. Pieter van Vollenhoven dat er verhoogde risico's zijn bij vliegtuigongevallen op Schiphol. Bovendien is volgens de belangenorganisatie de veiligheid bij de toekomstige inzet van grotere vliegtuigen gewaarborgd.
Van Vollenhoven waarschuwde in De Telegraaf dat vliegtuigen bij een crash op Schiphol wel op de baan moeten neerstorten, omdat de grote en zware reddingsvoertuigen naast de banen in de modder en de klei zouden vastlopen.
Het PNL vindt deze zorg ongegrond. "Er wordt juist rekening gehouden met het feit dat een vliegtuig bij een crash in veel gevallen niet precies op de baan terechtkomt. De reddingsvoertuigen (zogenaamde crashtenders) op Schiphol zijn dan ook bij uitstek geschikt om te rijden over modder en klei, hiermee is bij het ontwerp rekening gehouden. Bovendien hebben de crashtenders een zogenaamd spuitbereik van 70 tot 100 meter", zo stelt het Platform in een verklaring.
Het PNL bestrijdt dat er onvoldoende wordt nagedacht over de veiligheid bij de toekomstige inzet van grotere vliegtuigen. "Alle passagiersvliegtuigen moeten voldoen aan regelgeving zoals vastgesteld door de Joint Aviation Authorities (JAA). In de luchtwaardigheidsregelgeving is bijvoorbeeld vastgelegd dat de overlevenden van een vliegtuigcrash binnen negentig seconden het vliegtuig moeten kunnen hebben verlaten. Dat geldt dus voor alle bestaande vliegtuigen, maar ook voor toekomstige grotere vliegtuigen."
Voor de grotere vliegtuigen geldt de eis dat de brandweer binnen drie minuten ter plaatse is. Daarnaast moeten vliegtuigtypes voldoen aan nauwkeurig omschreven luchtwaardigheidseisen. "Dit betreffen ook eisen ten aanzien van de veiligheid bij ongevallen en incidenten. Denk hierbij aan zaken als het gebruik van brandvertragende materialen", stelt het PNL. Op Schiphol is volgens de organisatie al ruim voldoende materieel aanwezig om een eventuele crash met een groot toestel te kunnen opvangen.
Van Vollenhoven waarschuwde in De Telegraaf dat vliegtuigen bij een crash op Schiphol wel op de baan moeten neerstorten, omdat de grote en zware reddingsvoertuigen naast de banen in de modder en de klei zouden vastlopen.
Het PNL vindt deze zorg ongegrond. "Er wordt juist rekening gehouden met het feit dat een vliegtuig bij een crash in veel gevallen niet precies op de baan terechtkomt. De reddingsvoertuigen (zogenaamde crashtenders) op Schiphol zijn dan ook bij uitstek geschikt om te rijden over modder en klei, hiermee is bij het ontwerp rekening gehouden. Bovendien hebben de crashtenders een zogenaamd spuitbereik van 70 tot 100 meter", zo stelt het Platform in een verklaring.
Het PNL bestrijdt dat er onvoldoende wordt nagedacht over de veiligheid bij de toekomstige inzet van grotere vliegtuigen. "Alle passagiersvliegtuigen moeten voldoen aan regelgeving zoals vastgesteld door de Joint Aviation Authorities (JAA). In de luchtwaardigheidsregelgeving is bijvoorbeeld vastgelegd dat de overlevenden van een vliegtuigcrash binnen negentig seconden het vliegtuig moeten kunnen hebben verlaten. Dat geldt dus voor alle bestaande vliegtuigen, maar ook voor toekomstige grotere vliegtuigen."
Voor de grotere vliegtuigen geldt de eis dat de brandweer binnen drie minuten ter plaatse is. Daarnaast moeten vliegtuigtypes voldoen aan nauwkeurig omschreven luchtwaardigheidseisen. "Dit betreffen ook eisen ten aanzien van de veiligheid bij ongevallen en incidenten. Denk hierbij aan zaken als het gebruik van brandvertragende materialen", stelt het PNL. Op Schiphol is volgens de organisatie al ruim voldoende materieel aanwezig om een eventuele crash met een groot toestel te kunnen opvangen.