Het nettoverlies liep terug tot 574 miljoen euro in de periode juli-september. Een jaar eerder leed de onderneming nog een verlies van 1,8 miljard euro. De inkomsten verdubbelden tot 2,7 miljard euro door een sterke vraag naar langeafstandsvluchten, zei IAG in een verklaring.

De Spaanse dochterondernemingen Iberia en Vueling noteerden in het derde kwartaal de beste prestaties. Iberia boekte dankzij het herstel op de Latijns-Amerikaanse routes zelfs weer winst, terwijl Vueling profiteerde van een herstel op de Spaanse binnenlandse markt en een breakeven-resultaat realiseerde.

De luchtvaartgroep, waaronder ook Aer Lingus en Level vallen, zei dat het in de periode juli-september op 43,4 procent van de pre-pandemische capaciteit van 2019 vloog, een cijfer dat naar verwachting in het vierde kwartaal zal stijgen tot 60 procent.

Al met al is IAG optimistisch gestemd. "Er is een aanzienlijk herstel aan de gang", zegt CEO Luis Gallego, wijzend op de heropening van lucratieve trans-Atlantische routes tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten op maandag.

"We blijven profiteren van de stijging van het aantal boekingen zodra de reisbeperkingen worden opgeheven. De volledige heropening van de trans-Atlantische reiscorridor vanaf maandag is een cruciaal moment voor onze sector", zei hij. Gallego zei te hopen dat IAG de capaciteit volgende zomer op kan voeren tot negentig procent van het pre-pandemische niveau.

De onderneming anticipeert op een terugkeer naar een volledige capaciteit op Noord-Amerikaanse routes. British Airways heeft tussen de 4.000 en 5.000 extra cabin crewleden nodig om dat herstel te ondersteunen.
IAG boekte in 2020 een nettoverlies van 6,9 miljard euro en schrapte zo'n 10.000 banen bij British Airways en 500 banen bij Aer Lingus.