British Airways, Iberia, Vueling, Aer Lingus en LEVEL profiteerden samen van een hogere inkomst per ticket in combinatie met de effecten van dalende brandstofprijzen. Niettemin lagen de kosten voor brandstof en emissierechten met 1,8 miljard euro 91,5 procent hoger dan een jaar geleden. De omzet steeg met 71,4 procent tot 5,9 miljard euro, al leverde vracht wel minder op.

British Airways was voor het eerst sinds 2019 weer winstgevend in het gewoonlijk zwakkere eerste kwartaal. Aer Lingus had last van seizoensinvloeden, maar zag goede vraag naar leisure-bestemmingen in Europa. Van de sterke vraag in Spanje profiteerden Iberia en Vueling, dat de afgelopen winter meer capaciteit beschikbaar had.

IAG presteerde goed op de Noord-Atlantische en Latijns-Amerikaanse routes, waar de capaciteit weer helemaal terug is op het niveau van voor de coronacrisis. Op deze markten willen de maatschappijen de komende maanden dan ook volop inzetten. IAG heeft 80 procent van de geplande omzet voor de zomer al gerealiseerd.

IAG denkt met de capaciteit over het gehele jaar uit te komen op 97 procent, iets hoger dus dan wat Air France-KLM voorspelt met 90-95 procent. De capaciteit wordt gedrukt door British Airways, dat over het hele jaar op 92 procent verwacht uit te komen omdat het nog niet volledig inzet op China en Azië. Vueling wil dit jaar de capaciteit verhogen tot 109 procent van 2019, Aer Lingus tot 105 procent, Iberia tot 103 procent. LEVEL is zoals vaker de uitschieter en voert de capaciteit op met 137 procent.

Topman Luis Gallego verwacht dat de winst voor bijzondere posten ruimschoots zal uitkomen boven de eerdere al gepresenteerde doelstelling van 1,8 tot 2,3 miljard euro. IAG heeft een sterke buffer van 11,4 miljard euro. De schulden werden met 2 miljard verlaagd tot 8,4 miljard euro.