DUBAI - Emirates verwacht in 2020 ruim zeventig miljoen passagiers te vervoeren. Dat zei Emirates-topman Tim Clark donderdag tijdens een presentatie voor vertegenwoordigers van het Bureau International des Expositions (BIE). Dubai wil graag de World Expo van 2020 in de wacht slepen, wat ook in het belang zou zijn van ‘home carrier’ Emirates.
“In 2020 hebben we meer dan 250 toestellen in onze internationale vloot die rond de 70 miljoen passagiers kunnen vervoeren tussen zes continenten. Dit maakt ons de grootste vliegmaatschappij ter wereld voor internationaal passagiersverkeer”, aldus Clark.
Het aantal van zeventig miljoen passagiers betekent een verdubbeling ten opzichte van het boekjaar 2011-2012, toen de luchtvaartmaatschappij uit Dubai 34 miljoen passagiers verwelkomde.
Het spreekt vanzelf dat Emirates en Dubai International Airport een belangrijke rol zullen spelen bij het vervoer van bezoekers van en naar de World Expo, mocht deze in Dubai plaatsvinden. De infrastructuur van de luchthaven wordt klaargemaakt om de verwachte toestroom van meer dan twintig miljoen passagiers naar Dubai in 2020 te kunnen verwelkomen.
Uitbreiding
De luchthaven opende in 2008 Terminal 3 voor Emirates en recentelijk ook de nieuwe Concourse A voor de diensten van de Emirates A380. Ook op de agenda staan plannen om een Concourse D uit te breiden, waarmee de afhandeling van internationale vluchten van andere luchtvaartmaatschappijen versneld kan worden. Het doel is de uitvoering van de plannen voltooid te hebben in 2015.
Naast de infrastructuur is volgens Emirates-topman Clark ook de geografische positie van Dubai een pluspunt. “Onze ligging biedt grote voordelen. De leiders van Dubai hebben dit vanaf het begin ingezien en dat is de reden waarom Dubai investeert in lange afstandsvluchten en infrastructuur voor internationaal vliegverkeer en toerisme.” Meer dan een derde van de wereldbevolking woont op vier uur vliegen van Dubai, en tweederde op acht uur vliegen.
Andere kandidaten voor de Expo 2020 zijn Izmir, Jekaterinenburg en Sao Paulo.
Van onze redactie